Monday, April 13, 2009

Paasvrijdag

Dag allemaal,

De Goede Week beheerst nog steeds het openbare leven in Bolivia. Goede Vrijdag is verlofdag, maar reeds op Witte Donderdag mag men voortijdig het werk verlaten om aan religieuze diensten en volksgebruiken te kunnen deelnemen. Pasen is al minder belangrijk en op Paasmaandag verneemt het leven meteen zijn gewone gang.

1. Gezien de nieuwe grondwet de scheiding tussen kerk en staat heeft afgekondingd, hebben de media vooral aandacht voor de manier waarop regeringsleiders en staatsinstelleningen al dan niet aan de kerkdiensten deelnemen. Dit jaar werd de het lijk van de terechtgestelde Christus in de processies niet begeleid door gewapende militairen. En president Evo Morales? Die is voor het ogenblik in hongerstaking om het parlement ertoe te bewegen de verkiezingswet af te kondigen die algemene verkiezingen in december moet mogelijk maken.

2. Waarom is voor mensen en gemeenschappen in de Andes Goede Vrijdag blijkbaar zoveel belangrijker dan het Paasfeest?
De meest voor de hand liggende verklaring is dat het katholicisme nu eenmaal is ingeplant vanuit Spanje. Het is voldoende de huidige Spaanse processies te zien om te beseffen in welke culturele gietvorm het christendom hier werd binnengebracht. Dit had meteen als gevolg dat er een enorme hoeveelheid beelden en schilderijen werden gemaakt van de gekruisigde Christus, maar heel weinig van de verrijzenis en de verrezene. Heiligdommen en afbeeldingen - het traditionle catechetisch materiaal bij uitstek - zijn vooral gewijd aan het kruis, Maria en de heiligen, met Santiago (de heilige Jacobus), patroon van Spanje, op kop. Hoe kan de Paasboodschap dan doorklinken?

3. Maar er is meer. In de wereldvisie op leven en dood van de Andesvolkeren, is de verrijzenis van de Gekruisigde eigenlijk een niet zo uitzonderlijk gebeuren. Alle doden worden geacht op een andere plaats, in het westen, verder te leven en van daar uit af en toe bij de levenden op bezoek te komen. 's Middags op Allerheiligen komen de overledenen op bezoek bij hun familie. De ganse nacht wordt samen met hen doorgebracht. Er wordt gewaakt, gegeten en gedronken. 's Middags op Allerzielen wordt dan van hen afscheid genomen en gaan ze terug "naar huis", in hun eigen wereld. En zo hoort het, want als doden is onze wereld blijven rondhangen is dat een slecht teken. Dit betekent dat ze door God niet aanvaard werden, en noodgedwongen hier blijven rondhangen en last berokkenen. Dat Jesus zijn moeder en zijn vrienden efkens een bezoek komt brengen, hoeft voor Andesmensen eigenlijk niet zo benadrukt te worden; het ligt in de lijn van de verwachtingen.

4. Maar Jesus is niet zomaar om het even welke dode. Hij is een slacht-offer, - letterlijk dan, - : het gaat om de gewelddadige dood van een onschuldige. Dat zoiets hier een speciale betekenis krijgt, is in gelijkaardige situaties overduidelijk. Enkele jaren gelden werd een eenvoudig dienstmeisje door haar patroon met messteken om het leven gebracht. Inocencia was haar naam. Niemand heeft haar gekend, Maar nu staat temidden het armenkerkhof een graftombe voor haar en worden nog elke dag in de parochies missen voor haar aangevraagd. Zij wordt geacht gunsten te verlenen aan wie haar indachtig is; haar levenoffer kan niet tevergeefs, niet vruchteloos geweest zijn. De herdenking van de tot stervens toe gemartelde Jesus, ligt blijkbaar is dezelfde lijn.

5. Wie is dan die gekruisigde voor de Andesgemeenschappen? Een ander feitje kan dat illustreren. Een groep Quechuas verlaat de kerk, nadat ze devoot de mis hebben bijgewoond, samen met het grote kruis dat ze hebben meegebracht. Aan de deur van de kerk ontdoen zij het kruis van de witte doek waarmee het bekleed is, doen het een poncho aan en zetten het een chulu (Andesmuts) op. Toen ik hen vraag waarom ze dit doen, krijg ik een kort en duidelijk antwoord: "Hij is iemand van ons". En weg zijn zij, in hun traditionele klederdracht, met hun dans en muziek, om elders hun rituelen verder te zetten. Conclusie: de identificatie van de gekruisigde Christus met de arme Indiaanse boerenbevolking is geen uitvinding van de bevrijdingteologie; het is een doorleefde werkelijkheid. Voor hen is de doodgemartelde iemand die leven brengt, vruchtbaarheid geeft. Pasen zit dus, voor Andesmensen, eigenlijk reeds vervat in Goede Vrijdag, Het is er de duiding, de zingeving van. Paasvrijdag dus. Het leven slijten, wagen, geven voor anderen, dat heeft Jesus voorgeleefd.

6. Of is dit te ver gezocht? Een laatste voorbeeldje ter verduidelijking en aanvulling. Een oude Chipaya-indiaan, Don Santiago, vertelt mij de religieuze gescheidenis van zijn volk. Onze verre voorouders, zegt hij, brachten mensenoffers. Zij dachten dat God en Pachamama (Moeder Aarde), dit van hen vroeg om zo het leven te kunnen voortzetten. Later ontdekten zij dat zij dit bloedvergieting ook konden vervangen door het bloed van dieren en ze brachten dierenoffers: lamas, schapen, varkens,... Daarna leerden we dat we ons ook met wierook tot God kunnen richten om vergiffenis te vragen, te danken of te vragen. Dat gebeurt dit ook nu allemaal, op een of andere manier, maar ik ben tot de conclusie gekomen, zegt hij, dat het eigenlijk niet nodig is, dat we ons ook zomaar tot God kunnen richten, rechtstreeks. Dat God niks voor zichzelf vraagt om met ons te zijn. Bij andere gelegenheden beweert Santiago dat waar het wel op aan komt is te geven, te delen met mekaar; dat is wat God van ons verwacht.

De kloof tussen wat de kerk voorhoudt en wat de mensen eigenlijk beleven is moeilijk te dichten.

Deze namiddag ga ik naar de duinen van Oruro, niet om op hagedissen te jagen, zoals van oudsher gebruikelijk is, maar om te zien hoe nu kunstenaars van Oruro en elders, daar in het zand het lijdensverhaal boetseren. Op enkele jaren tijd is dit - zoals het Carnaval van de Maagd van de Mijnschacht - een nieuw massaal trekpleister geworden rond een religieuze traditie.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

No comments: