Friday, December 21, 2007

CEPA: twaalf jaar 10/12/07

Amig@s nuestr@s,

Gisteren hebben we de twaalfde verjaardag gevierd van CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren). Op hetzelfde moment was een paar kilometer verder de Grondwetgevende Vergadering bijeen. Hun bijeenkomst duurde langer dan ons feestje. Na 16 uur vergaderen heeft men deze morgen, na wat wijzegingen en aanvullingen, alle artikels van de nieuwe Grondwet goedgekeurd.

1. Daarmee is het proces niet ten einde. De tekst, die meer dan 400 artikels telt, zal binnenkort in een referendum ter goedkeuring aan de bevolking worden voorgelegd. Tijdens deze laatste vergadering van de Asamblea Constituyente, die uiteindelijk in Oruro is doorgegaan, waren 166 van de 255 leden bijeen. Twee middelgrote politieke fracties lieten verstek gaan (Podemos en de MNR), terwijl de meerderheidspartij - de MAS van president Evo Morales -samen met negen kleine politieke groeperingen voor de nodige aanwezigen en stemmen zorgden. Er waren vertegenwoordigers van alle departementen present. Blijft echter de vraag hoe de oppositie, onder de leiding van Santa Cruz, en hoe Sucre daarop zullen reageren.

2. Toen alles reeds was vastgelegd, werden er op het allerlaatste moment nog twee wijzigingen aangebracht. La Paz en Sucre raakten het onderling eens om in de Grondwet dan toch uitdrukkelijk te vermelden dat Sucre de hoofdstad is van het land, zonder dat dit betekent dat de machten van La Paz naar Sucre zullen moeten overgebracht worden. Dit zal zeker het protest in Sucre temperen.
Een tweede wijziging is dat er aan de misdaden die bestempeld worden als "landsverraad" een punt werd toegevoegd. Wie de eenheid van het land in gevaar brengt, zal als landsverrader tot de allerzwaarste straffen veroordeeld worden. Daarmee wil men de afscheidingsbewegingen in het Oosten een halt toeroepen.

3. Eigenlijk had de MAS-partij twee mogelijke wegen voor ogen:
- Men wou proberen een Grondwet te laten goedkeuren door de voltallige Asamblea en was daarbij bereid tot verregaande wijzigingen aan hun oorspronkelijk project. De onderliggende gedachte was dat deze goedkeuring geen eindpunt zou zijn, maar het begin van een proces waarbij men daarna door opeenvolgende partiële wijzingingen toch de voorziene herstucturering van het land zou kunnen verwezenlijken. De oppositie heeft die kans tot herwerking van de tekst niet aangegrepen en heeft alles of niks gespeeld. Men dacht de Asamblea te kunnen doen mislukken.
- Uiteindelijk is het de tweede weg geworden. De MAS deed alle mogelijke toegevingen aan de kleine politieke groeperingen om zo aan voldoende stemmen te komen om de Grondwet zonder de aanwezigheid van de oppositie te kunnen goedkeuren. Daarbij probeerde men alles zo wettelijk mogelijk te laten verlopen, maar moest toch een paar noodoplossingen verzinnen. Voor de goedkeuring "in het groot" was er, gezien het volksprotest in Sucre, geen tijd om (zoals wettelijk voorzien) de volledige tekst voor te lezen. En de goedkeuring "in detail" ging zelfs niet meer in Sucre door, maar in Oruro, onder de bescherming niet allen van leger en politie, maar ook van mijnwerkers, campesinos en andere sociale organisaties. Dus zal er nu, in de volgende dagen, vooral gestreden worden rond de vraag of alles wel voldoende legaal en legitiem gebeurd is en of men het tot een referendum wil laten komen.

4. Tussendoor heeft president Morales een wetsvoostel ingediend waarbij hijzelf, de vice-president en de gouverneurs (prefectos) van de negen departamenten zich onderwerpen aan eens vertrouwensreferendum. Het volk krijgt de gelegenheid hen naar huis te sturen.
Daarmee wil Evo bewijzen hoe democratisch hij wel is en zich meteen eventueel ontdoen van een paar lastige regionale bestuurders, Maar misschien komt men daar wel niet toe, want als men vlug tot een referendum over de Grondwet komt en deze wordt goedgekeurd, dan zal men kort daarop toch algemene nieuwe verkiezingen uitschrijven op basis van de nieuwe wetgeving.

5. Terwijl er gisterenavond belangrijke beslissingen werden genomen voor het nieuwe Bolivia, waren we in CEPA (reeds) feest aan het vieren. Twaalf jaren geleden droomden wij ervan dat het tot fundamentele veranderingen kon komen, waarbij de Andesvolkeren en hun visie op de natuurlijke rijkdommen een belangrijke rol zouden spelen. Dat het zo vlug zou gaan, konden we toen niet vermoeden.

6. We waren bijeen met een zestigtal mensen: medewerkers, vrijwilligers, leden van allelei organisties en instellingen waar we mee samenwerken. Ook de ex-minister van mijnbouw was van de partij. Don Vicente werd in de bloemekes gezet omwille van zijn boomplantingen in Chuzekery en de boeren van Challapata voor hun verdediging van hun waterbekken tegen de dreiging met vervuiling. Het middelbare school van Iruma kreeg een premie voor een gezamenlijk studie over hun dorp.

7. Een merkwaardig detail wil ik toch niet onvermeld laten. Terwijl ik in Cochabamba op retraite was, kreeg ik van Alicia een berichtje: "We vinden geen priester voor de Eucaristieviering en dus hebben we beslist de "misa" te vervangen door een "mesa" (een brandoffer voor Moeder Aarde), onder de leding van de kosmische priester Eliseo (een Aymara-antropoloog)." En zo geschiedde. Een van de grootste recente religieuze veranderingen is dat de eertijds clandestiene (want vervolgde) riten van de Andesvolkeren nu in de openbaarheid zijn gekomen, vooral binnen de volksorganisaties. Het is een feit dat zij bij hun religieuze beleving zowel op de priester of dominee als op "specialisten" uit hun eigen milieu beroep doen. Dergelijke situaties komen in de kerkgeschiedenis voortdurend voor. Toch vrees ik dat deze (culturele en cultuele) complementariteit van bedieningen de kerkleiding heel wat zorgen zal blijven baren. Men had en heeft het immers al zo moeilijk met de op politieke en sociale veranderingen gerichte theologie van de bevrijding.

Ik wens jullie allen nu reeds een diepgaande opgang naar het Kerstfeest en het jaareinde toe. Einde goed, alles goed. Een hernieuwd begin.

Gilberto Pauwels - Oruro

Grondwet 02/12/07

Dag elkeen,

Bolivia heeft een nieuwe grondwet. Bijna alle aanwezigen keurden haar goed "in het groot". Nu moet zij nog artikel na artikel nagezien en goedgekeurd worden. Dat moet klaar zijn ten laatste op 14 december. Als men over bepaalde punten geen akkoord bereikt (zoals bevoorbeeld de staatsstructuur of het grondbeleid), dan zal die kwestie via een referendum aan de bevolking voorgelegd worden. Op basis van de uitslag van het referendum komt opnieuw een herziening en pas dan zal de definitieve wet via een tweede referendum ter goedkeuring aan het volk worden voorgelegd.

1. Op het eerste gezicht is er dus geen vuiltje aan de lucht. Maar... bij de goedkeuring van de wet was het grootste deel van de oppositie (vooral dan de politieke groepering Podemos) niet aanwezig. De stemming gebeurde in een militair domein, want vorige pogingen tot bijeenkomen werden door volksprotest verhinderd.De goedkeuring gebeurde echter zonder de wettekst voor te lezen, want daar had men de tijd niet voor, buiten duurde de volksoproer voort. Er vielen daarbij zelfs drie doden en een hondertal gekwetsten.

2. Hoe moet het nu verder? De oppositie stelt de wettelijkheid van de goedkeuring in vraag. Het Congres in la Paz - weer in afwezigheid van de oppositie - heeft toelating gegeven aan de leiding van de Grondwetgevende Vergadering om de herziening per artikel elders voort te zetten. Vandaag wordt beslist waar en wanneer. La Paz, Cochabamba, Oruro?

Waarom verzet Sucre zich tegen de stemming? Omdat Sucre ten volle hoofstad wil worden van het land (terwijl nu in feite het grootste deel van het bestuur van het land in la Paz gebeurt). Sucre heeft daarbij de steun van de oosterlijke departementen, die meer autonomie eisen en niet aanvaarden dat een deel van de inkomsten van het gas aan hun neus voorbij gaat om de 60+ers, een minimum-inkomen de bezorgen (zo'n 300 euro per jaar). Bivendien is niet iedereen is akkoord dat de president voor onbeperkte tijd herkiesbaar zou worden. Ook elders waren er stakingen, betogingen en gewelddaden, voor en tegen.

3. De oppositie en met haar een aantal belangengroepen, willen al het mogelijke doen om de Wetgevende Vergadering te doen mislukken. Dit heeft heel wat oorzaken en gevolgen. Een greep uit verschillende lezingen van de feiten:
- De pers, op nationaal en dus ook internationaal vlak (die grotendeels door de oppositie gecontroleerd wordt), probeert een zo negatief mogelijk beeld van Eva en zijn regering naar voren te brengen: de afhankelijkheid van Chávez van Venezuela; de gewelddadige repressie (In feite werd de politie weggeroepen uit Sucre, om te vermijden dat het als antwoord op provocaties of bescherming van openbare gebouwen tot meer geweld zou komen; hun hoofdkwartier werd afgebrand); het te autochtone karakter van de nieuwe grondwet (werk van 21 commisies); het gebrek aan flexibiliteit ten aanzien van de oppositie en regionale eisen...
- Evo heeft de volksteun. Volgens de jongste peiling behoudt hij 52% goedkeuring van zijn beleid in de urbane centrale as van het land (23 in Santa Cruz, 50 in Cochabamba, 72 in La Paz en 82 in El Alto). In rurale gebieden is de aanhang heel hoog. De curve van de vicepresident Álvaro García Linera in de centrale as is gelijklopend.
- We zouden ons maar best geen illusies maken. Zowel in het Noorden als hier ten lande zijn er invloedrijke belangengroepen die maar al te graag zouden willen dat het Proyecto Evo mislukt. Enerzijds wil men de controle over de enorme natuurlijke rijkdommen niet verliezen (Hier hebben we alleen maar een vermoeden over wat we hebben en waar het zich bevindt.
In het Noorden weet men dat wel en heeft men de middelen om die te ontginnen). En anderzijds, al heeft men weinig te vrezen van het zwakke en arme Bolivia, heeft dit politieke en socio-culturale proces zo'n enorme simbolische voorbeeldsfunctie binnen het continent, dat ja, het toch maar best onder controle gehouden wordt. Die groepen zijn zo machtig dat zij tot wat dat ook in staat zijn om hun doel te bereiken. De vraag is alleen tot hoever zij bereid zijn te gaan. Een waakzame wereldopinie is daarbij van groot belang.
- Maar de huidige regering heeft ook haar zwakke plekken. Teveel mensen, ook onder de leden van de Grondwetgevende Vergadering, zijn nieuw in het politieke beleid; ze hebben niet de nodige voorbereiding of zijn niet altijd aangesteld op basis van bekwaamheid voor hun functie. Er wordt leergeld betaald. Maar dat wil toch ook zeggen dat er geleerd wordt door mensen die er vroeger nooit de kans toe kregen, iets dan niet meer ongedaan kan gemaakt worden.
- Regeringen op basis van sociale organisaties is niet gemakkelijk. Je kunt wel op sociale steun rekenen, maar er hangt een prijskaartje aan vast. Iedere sector heeft zijn belangen, zijn verwachtingen en eisen, zijn mensen, die mee in het beleid willen betrokken worden. En als daar geen rekening mee wordt gehouden, dan kunnen ze wel eens "hun karre keren". Hoe is het anders te verklaren dat mijncooperaties massaal naar Sucre dreigen te trekken, om daar de eis tot hoofdstad-zijn kracht bij te zetten? De volksorganisaties zelf kunnen wel eens het regeren of het ontwerpen van een nieuw Bolivia bemoeilijken, wanneer ze hun eigen interesses vooropstellen.

4. Bij dit alles is het in Oruro opvallend rustig gebleven, al valt er elke dag wel iets te beleven.
- Vorige week kwam Koen De Munter (Universiteit van Gent) zijn door CEPA uitgegeven boek over interculturaliteit voorstellen. We begingen een reuze-blunder: op hetzelfde moment werd de voetbalmatch Venezuela-Bolivia rechtstreeks op TV uitgezonden. Toch waren er meer dan 80 mensen aanwezig. Een fundamenteel tema.
- Eergisteren organiseerde het Ministerie voor Planning een werkvergadering met de gezagsdragers van de vier suyus van het departement: de Suras, Carangas, Jaqisa (Quillacas) en de Urus. Ik gaf een uiteenzetting over de etnische wordingsgeschiedenis van Oruro en over de basisprincipes van het "Suma Qamaña - Vivir Bien - Goed Leven", hun interpretatie van "ontwikkeling". Het dekoloniseringsproces komt in een creatieve faze van (re)constructie.
- Enkele weken geleden kwamen de autotiteiten van de Suras (Soras) naar CEPA met een voorstel: "Nu de Wet over de Rechten van de Autochtone Volkeren is goedkeurd, komt een
rapporteur van de UNO naar Bolivia om te zien hoe het gesteld is met onze rechten. Hij zal een paar plaatsen in Bolivia bezoeken en we willen hem uitnodigen naar Oruro om de vervuiling van ons territorium door stad, industrie en mijnen aan te klagen. Kunnen jullie ons helpen aan informatie?"
Al wat we hebben stelden we ter beschikking en... het lukte. Gisteren was het zover, de bekende mexicaanse antropoloog Rodolfo Stavenhagen kwam als Speciale Rapporteur (Relator Especial) op inspectie. Hij bezocht verscheidene mijncentra en de afwateringsinstallatie van de stad. Alleen bij de goudmijn Inti Raymi werd de bijeenkomst geboycot en dus gaat de vergadering met de geaffecteerde rurale gemeenschappen vandaag door in de prefectuur.
- Morgen hebben we een werkvergadering met de journalisten van Oruro, van 7 uur tot 9.30... 's morgens, over "Berichtgeving en Milieuzorg". De cooperant van Broederlijk Delen, Cesar Padilla, zal het hebben over het recht op raadpleging van de autochtone bevolking, eer men ontginningswerken plant of begint in hun territorium.
Maar intussen zal de nationale problematiek niet stilvallen. Voor volgende week heeft de oppostie een nationale hongerstaking gepland in het land, burgerlijke ongehoorzaamheid, internationale aanklachten tegen de regering van Evo Morales, en tal van andere activiteiten die wel eens tot geweldadigheid zouden kunnen leiden. De bisschoppen roepen er toe op te bidden voor vrede in het land. Vrede - zo hopen wij - als vrucht van rechtvaardigheid. Ik herinner me nog wat velen jaren geleden op de muren van de katedraal stond geschilderd: "Vrede is geen toevallig gevonden ding, het is de vrucht van gelijkheid onder de mensen."

Gilberto Pauwels - Oruro

Herschikkingen 29/10/07

Amigos,

Ik heb het telkens weer uitsgesteld om nog maar eens een Krabbel sturen omdat het er voortdurend naar uitzag dat er een doorbraak kwam in de constructie van het nieuwe Bolivia. Het heeft nog niet mogen zijn, dus toch maar een tussendoorverslagje.

1. De Grondwetgevende Vergadering komt niet op dreef. Sucre, waar nu alleen de rechterlijke macht gehuisvest is, wil ten volle hoofdstad worden. La Paz (gesteund door de regering), wil de wetgevende en uitvoerende macht niet afstaan. Om toch maar tot een oplossing te komen, werd een vierde macht in het leven geroepen: de verkiezingsmacht, die dan aan Sucre zou worden toevertrouwd. En ze krijgen er een internationale luchthaven en een goeie verbindingsweg bovenop. Maar Sucrte houdt voet bij stuk. Ze willen hooguit aanvaarden dat de verhuis, de terugkeer, een geleidelijk proces zou zijn. De oppositie is er in geslaagd dit probleem op te peppen tot een welles-of-nietes voor een nieuwe grondwet. Eens te meer wordt beweerd dat de volgende week hieromtrent beslissend zal zijn:
a. Ofwel komt men tot een vergelijk en kan binnen enkele weken een nieuwe Constitución voor Bolivia ter goedkeuring worden voorgelegd.
b. Ofwel probeert men het proces te forceren met een samengeklitte meerderheid en zet men de Asamblea verder op een andere plaats, aangezien Sucre geen garanties biedt. De eerste kandidaat daarvoor is... Oruro!
c. Ofwel wordt het allemaal niks, en zal men ooit eens opnieuw moeten beginnen, met andere deelnemers, na nieuwe verkiezingen.
Naar Boliviaanse gewoonte, maakt de eerste optie wellicht de meeste kans, maar dan wel op het allerlaatste nippertje.

2. Het tweede grote probleem is dichter bij een oplossing. De regering van Evo Morales diende een wetsvoorstel in waarbij alle Bolivianen boven de 60 jaar een jaarlijkse rente, "Dignidad: Waardigheid" genoemd, van zo'n 250 euro zullen ontvangen (of de helft daarvan voor wie reeds een pensioen ontvangt).
Die toelage zou betaald worden met de inkomsten van de gasverkoop, maar dan wel met een deel van de fondsen die aanvankelijk aan de prefecturen, gemeentes en universiteiten waren toegezegd. Protest alom dus. Uiteindelijk is met tot een akkoord gekomen waarbij vrijwel alleen de prefecturen worden afgeroomd. Zes onder hen (waaronder Santa Cruz) blijven protesteren; drie (waaronder Oruro) zijn in handen van de MAS-partij. De maatregel heeft een brede volkssteun. Het geld komt immers rechstreeks in handen van de mensen terecht. Dat de herverdeling van 's lands rijkdom via een nationale maatregel zal gebeuren en niet door lokale (meestal oppositie)besturen, is uiteraard een politieke zet. Dat daarmee de koopkracht van de volksmassa wordt verhoogd, kan meteen de economie aanzwengelen, niet voor luxeproducten, maar voor basisgoederen en -diensten.
Met dit alles blijft de regering haar populariteit behouden, ook al proberen haar tegenstanders naar buiten toe een ander beeld voor te houden. Vandaag meldt de krant "La Razón" dat 62% van de bevolking de regeringspolitiek van Evo Morales goedkeurt. Die is nooit lager geweest dan 57% of hoger dan 66%, gemeten in de vier grootste steden van het land. Op het platteland is de steun ongetwijfeld hoger.

3. Op lokaal hebben we drukke weken achter de rug. De mooiste ervaringen voor CEPA waren toch wel de werkvergaderingen ("mesas de trabajo") rond mijnbouw en milieu. Dank zij het geduldige werk van Emilio, Angela en Silvana, zijn wij er voor het eerst in geslaagd georganiseerde rurale gemeenschappen (30), verscheidene mijnbedrijven (multinationale en staatsbedrijven) en de regeringsleiders (prefectuur en ministers) rond de tafel(s) te krijgen om oplossingen af te spreken voor de milieuproblematiek. Het ging daarbij niet alleen om het waterbekken van de Desaguadero-rivier (de mijn Inti Raymi), maar ook over het Uru Uru-meer (het mijn- en afvalwater rond de stad) en vooral over het Poopó-meer (de mijnen van Huauni,
Poopó en Antequera). De viceminister voor milieu en zijn medewerkers namen gedurende twee dagen actief deel aan de besprekingen met meer dan honderd deelnemers. Er werden 48 min of meer concrete afspraken gemaakt. Nu komt het er op aan de landbouwers en veetelers te steunen in hun eis dat die daadwerkelijk worden nageleefd.

4. En zo valt er elke dag wel iets te beleven. Gisteren trok voor de achtste keer de Universitaire Folkloristische Stoet door de straten, bestaande uit een vijftigtal muziek- en dansgroepen, net zoals op Carnaval, maar het ging er wel nog chaotischer aan toe. Waar die jongeren nu mee uitpakten - kleren, klanken en kleuren, de wiphala-vlag! - , werd amper 40 jaar geleden als Indiaans-minderwaardig bestempeld. Cultuur is de politiek voorafgegaan. De meeste studenten in Oruro zijn trouwens uit campo- of mijndorpen afkomstig.

5. Vandaag, op zondagmiddag, ben ik naar Chuzekery getrokken. In dit randgebied van de stad waren er 25 jongeren bomen aan het planten. Onze bedoeling is daar een groene vlek te laten groeien, in contrast met de al te vele en al te grote grauwe vlekken van vervuiling in en rond de stad. En het "ons" bedoel ik dan: het vormingscentrum aldaar van CEPA; de Stichting voor een Cultureel-ecologisch Park "Chuzekery" en (onder de leiding van Edgard Francken) de Stichting tegen de Kanker in Oruro.

6. Daarnet, een paar uurtjes geleden, zaten we nog samen: een paar mensen van CEPA, de mensen van de milieudienst van de prefectuur en Luis Alberto Aguilar, de prefect. Uiteraard kwamen de "mesas de trabajo" ter sprake en de taken die daaruit voortvloeien. We maakten nog maar eens duidelijk waar het ons als CEPA uiteindelijk om te doen is: het versterken van de volksorganisties opdat zij hun eigen rechten zouden verdedigen en het versterken van de betrokkenheid van de staat bij milieuproblemen. Dat de aanmaak van zwavelzuur in de ouderwetse fabriek SAMCO in volle bebouwde kom, vorige week definitief werd stilgelegd en dat de goudmijn Inti Raymi een vermaning kreeg, omdat zij een dijkscheur in hun zoutwaterbekken verborgen hielden, wijst er toch wel op dat de huidige gezagsdragers de milieuproblematiek serieus begint te nemen. Het is trouwens over dit tema dat president Evo Morales in de UNO een toespraak hield en de Verklaring over de Rechten van de Inheemse Volkeren die er onlangs werd goedgekeurd, vormt een stevige basis voor het ecologisch bewustzijn van de Andesvolkeren.

Met een lente-groet vanop de hoogvlakte van Oruro,

Gilberto Pauwels

Wednesday, September 12, 2007

Groeipijnen.

Dag iedereen,

Het wordt een natte zomer op de hoogvlakte, voorspelt men. We kregen alvast reeds bewolking en de eerste regens.

1. "De grondwetvernieuwing zal in de komende weken tot toenemende spanningen leiden", schreven we een paar maanden geleden (Krabbel 159). We zijn nu zover. Ze werd zelfs voor een maand opgeschort om gewelddadige confrontaties te vermijden. Er staat veel op het spel. Het gaat immers om een staatshervorming op basis van "gemeenschappen", zoals we die in België en Canada hebben gekend... en kennen. En aanzien, macht en inkomsten inleveren, doet men meestal niet goedschiks. Precies daarom worden in de ogenschijnlijk onwrikbare volksverbondenheid wiggen gedreven, op korte, middellange en lange termijn.

2. Op korte termijn heeft de oppositie de kans gezien om verdeeldheid te zaaien onder de regio's. De hoofdstad van Bolivia is Sucre, maar daar is alleen de rechterlijke macht gehuisvest. De wetgevende en uitvoerende macht zijn in La Paz gevestigd. Daarrond werd in 1899 een federale burgeroorlog gestreden. Dit oude probleem heeft men nu opnieuw aangewakkerd en, gestuwd door het Oosten van het land, komt men in Sucre op straat met de eis administratief ten volle hoofdstad te worden. Gisteren had echter ook in Sucre een Sociale Top plaats van etnische en volksorganisaties die willen vermijden dat men met dit specifieke probleem de grondwetherziening zou boycotten.Men heeft nu een maand de tijd om op nationaal vlak tot een overeenkomst te komen...

3. Op middellange termijn denkt men echter nu reeds aan de komende verkiezingen, na de goedkeuring van een nieuwe grondwet of op het einde van de ambtstermijn van Evo Morales. Mag hij zich dan opnieuw verkiesbaar stellen? Ook dit is een twistpunt voor de Grondwetgevende Vergadering. Het ligt in de verwachtingen dat de volgende verkiezingen een "strijd tussen Indios" zal worden; daar kan men nog moeilijk om heen. Links en rechts van Evo staan kandidaten te drummen of worden naar voren geschoven. Iemand die opnieuw van zich laat horen bijvoorbeeld, ter rechterzijde, is Victor Hugo Cárdenas, gewezen vicepresident in de eerste regering van Sánchez de Lozada (MNR).

4. Hier en daar, af en toe, wordt gedreigd met, of gewaarschuwd tegen een burgeroorlog of een staatsgreep. Daarmee wil men dan meestal op internationaal vlak het imago van de regering van Evo schade toebrengen ofwel, anderzijds, de rangen sluiten ten aanzien van een al dan niet vermeend (inte)nationaal complot.

5. Intussen gaat het werk op CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) gewoon verder. Het valt me op dat we de laatste tijd eigenlijk niks meer op eigen houtje doen. Ik heb nog nooit meer overeenkomsten getekend dan de jongste weken, met etnisch-culturele en volksorganisaties, lokale of regionale besturen, onderwijsinstellingen, nationale netwerken,... Dertig afgestudeerden volgen cursussen voor een extra-diploma voor "interculturaliteit en duurzame ontwikkeling" dank zij een overeenkomst van CEPA met de universiteit en met een beurs van de Belgische ambassade. Vrijwel dagelijks zijn er contacten met de prefectuur en ministeries over milieuproblemen (ja, ook nog steeds met de goudmijnen van Inti Raymi en het chemisch bedrijf SAMCO).
Floor en Nike, van de universiteit van Gent (eco-chemie) gaan elke dag grondmonsters verzamelen en Johan (die in Leuven studeerde) vergaart archeologische gegevens. Nike en Floor brachten een nacht door in de auto, "plantado" (vastgereden) in de pampa, terwijl Johan met Veerle (ook een vrijwilligerster van Broederlijk Delen, maar dan in het Norte de Potosí), op de sneeuwtop stonden van de Sajama-berg (6.572 m). Vlamingen in de kou.
Don Angel is aan het zaaien en planten in Chuzekery; Don Germán plant vuinisbakken in de straten van Orinoca, Andamarca en Machacamarca. We blijven geloven in boeken; er werden heel wat nieuwe ingeschreven in de bibliotheek. Maar meteen zorgt Alicia er toch ook voor dat onze aanwezigheid op het www-net, intenser wordt.

Alles wordt anders, en toch...niks nieuws onder de zon. Het wordt weer eens lente.

Gilberto Pauwels

Tuesday, August 7, 2007

Nieuwe tijden.

Dag Allen,

“We zijn niet arm. We hebben een rijke cultuur en beschikken over onuitputtelijke natuurlijke rijkdommen. Alleen heeft men ons nooit laten regeren”. Dit antwoord gaf een Aymara-gezagsdrager, een paar dagen geleden, op een toespraak van de ambassadeur van de USA. Bolivia beleeft nieuwe tijden, waarin men liever spreekt over waardigheid en rechten dan wel over het schrijnend gebrek aan koopkracht en werkgelegenheid.

1. Vandaag (6 augustus) is het de nationale feestdag en de nieuwe grondwet is niet klaar. Er werd dus een nieuwe planning opgesteld, die voorziet in twee referendums, één om twistpunten te beslechten en een tweede over de goedkeuring van de definitieve tekst. Dit betekent dat men nog maanden werk voor de boeg heeft. Voor die verlenging heeft de MAS-partij van Evo Morales aan de oppositie heel wat toegevingen moeten doen, in zoverre zelfs dat de belangrijkste autochtone organisaties (CONAMAQ van het Altiplano en CIDOB van het tropisch gebied) hun onvoorwaardelijke steun in vraag stellen. Het ziet er naar uit dat de MAS stilaan in een soort centrumpositie ingesloten wordt, tussen een aanzwellende oppositie (vanuit de middenklasse) en een kritisch etnisch-cultureel front (zich groeperend in een Bloque Patriótico met o.a. Félix Cárdenas). De vraag is nu welk spel er in het middenveld zal kunnen gespeeld worden en waar er doelpunten zullen gemaakt worden. En ook: hoe zal men de spelregels doen naleven, terwijl men intussen andere normen (een nieuwe grondwet) voor de toekomst opstelt?

2. Over het document van de vijfde bijeenkomst van bisschoppen van Zuid- en Midden-Amerika in Aparecida (Braziíë) werd geen referendum of zoiets gehouden. Het Vaticaan heeft de tekst gewikt, gewogen, bijgeschaafd en vrijgegeven. Ik beperk me tot wat persoonlijke bedenkingen.

a. De publieke belangstelling was in vergelijking met vorige vergaderingen (Medellín, Puebla, Santa Domingo), eerder gering. Zowel op internationaal vlak als aan de basis, bleef het stillekes.

b. De te positieve visie van de paus op de Conquista en de te negatieve kijk van kardinaal Julio Terrazas op het ontvoogdingsproces in Bolivia, werden hier als een slechte start aangevoeld. Wel werden achteraf nuances aangebracht.

c. De meeste aandacht ging naar wat er met de bevrijdingstheologie zou gebeuren, de “optie voor de armen”, de methodiek “zien, oordelen, handelen” en met de kerkelijke basisgemeenschappen. Ze werden niet publiekelijk veroordeeld; hun vertegenwoordigers konden zelfs tot op zekere hoogte meewerken, maar jarenlange afwijzing van hogerhand maakte hen tot schietschijf voor traditionele machtsgroepen. De theologen waren in de verdediging gedrongen. Achteraf hadden ze het bijna alleen maar over wat ze uit de brand hebben kunnen redden. Hun interne vernieuwing is trouwens ook beperkt gebleven, zowel van inhoud als van personen.

d. De verdediging van ecologische en etno-culturele rechten is echter wel uitdrukkelijk aanwezig in het slotdocument, maar dan eerder als bijkomende taken. De vroegere analyses werden aangevuld; er werd geen nieuwe, integrale visie uitgewerkt, met de natuurlijke en culturele verscheidenheid als uitgangspunt.

d. Volgens de journaliste Barbara Fraser (Catholic News Service – www.catholic.org) krijgen degenen die vanuit de kerk opkomen voor het milieu “munitie aangereikt voor hun strijd”. Ze vermeldt daarbij de bisschoppen Erwin Krautler (Brazilië), Pedro Berreto (Peru) en Alvaro Ramazzini (Guatemala) en als organisatie… het “Centro de Ecología y Pueblos Andinos” (CEPA – Oruro). Dat is ons toch wel wat te veel eer aangedaan; er zijn vele andere kerkelijke organisaties die heel wat meer hebben bijgedragen in de strijd voor de milieugerechtigheid. Hoe dan ook, de thematiek is niet meer weg te denken uit samenleving en kerk.

e. Luidt de bijeenkomst van Aparecida een nieuw tijdsperk in? Er was ooit een tijd dat de kerk dacht bij de rijken te moeten aanleunen om de armen te kunnen helpen. Daarna kwam daar de “optie voor de armen” bij, met de bedoeling hen – die zelf steeds minder als “arm” willen bestempeld worden - te steunen in hun eigen dynamiek. Als we kijken naar wat nu gaande is, dat stellen we vast dat we afstevenen op op een kerk die zelf armer wordt, al komt dat niet naar voren als vaststelling en nog minder als optie van de bisschoppen. De vraag is nu als zij ook werkelijk de "kerk van de armen" zal (mogen of kunnen) worden.

f. Vrijdag werd door de lokale regering van Oruro (prefectuur), - toevallig in aanwezigheid van de ambassadeur van de USA, - een decoratie toegekend aan CEPA voor onze bijdrage aan de vooruitgang van het departament. Blijkbaar zijn de criteria veranderd. Dat de zorg voor het milieu en de doorbraak van de Andesvolkeren (traditioneel beschouwd als bedreiging en rem voor de ontwikkeling), als “progreso” worden bestempeld, is een bewijs te meer dat er nieuwe tijden aanbreken.

Vanuit een rusteloos feestend, maar ook wat verontrustend Bolivia,

Gilberto Pauwels

Thursday, August 2, 2007

Inflatie-alarm.

Amigos todos,

Hoe komt het toch dat de populaire regering van Evo Morales voortdurend af te rekenen heeft met stakingen en wegversperringen?

1. Op deze vraag is niet zomaar een eenduidig antwoord te geven. Laat ons een aantal elementen op een rijtje zetten:

a. Van oudsher heeft in Bolivia het syndicalisme politieke trekjes en kenmerkt de politiek zich door syndicale expressies. Rechten worden nu eenmaal afgedwongen: noden worden massaal kenbaar gemaakt.

b. Dat de huidige regering zich beroept op de volksorganisaties, versterkt deze tendens. Spontaan grijpen zij naar hun drukkingsmiddelen.

c. De publieke opinie heeft er weet van dat er financiële middelen voorhanden zijn, veel meer dan vroeger, dank zij de export en de solidariteitsprogrammas. Van een grotere taart wil iedereen een extra stukje meepikken. Die verdeling leidt tot spanningen (maar minder dan bij een slinkend budget).

d. Door de globalisering is het consumptieaanbod enorm gestegen. Men hunkert naar het allernieuwste en velen zijn bereid heel ver te gaan, desnoods tegen anderen in, om toch maar in die molen te kunnen meedraaien.

e. De oppositie, die de meeste communicatiemedia onder controle heeft, wakkert de ontevredenheid aan en smeert alle protest breed uit.

f. Het zijn de rurale, autochtone gemeenschappen die het belangrijkste wapen in handen hebben:massale wegversperringen. De regering van Evo heeft een uitgesproken voorkeursopties voor de hun organisaties en kan dus op hun steun rekenen. Protestacties voor lokale problemen en door beperkte sociale groepen, zijn gemakkelijker te neutraliseren.

g. Dit betekent dat er voor het huidige regime eigenlijk geen alternatief is, zolang de etnisch-culturele groeperingen eendrachtig hun steun blijven betuigen. Elke vorm van inbreuk zou als gevolg hebben dat het land onbestuurbaar lamgelegd wordt. Dat weten de oppositie en de regering.

h. De grondwetsvernieuwing zal in de komende weken tot toenemenede spanningen leiden. Iedere sociale groep of regio wil zijn rechten veilig stellen. Daarbij staan twee moeilijk verzoenbare staatsmodellen tegenover elkaar: het "traditionele" (van de oppositie) en het etnisch-culturele (van de MAS-partij en aanverwanten). De oppositie (PODEMOS) wil dat het via een referendum tot een keuze komt tussen beide modellen. De meerderheid (MAS) stuurt aan op een referendum over alleen maar deelaspecten, nadat hun model als basis aanvaard werd.

i. De jongste tijd hangt er inflatie-alarm in de lucht. Daarmee aanvaardt de oppositie dat er wel degelijk heel wat meer geld circuleert in de brede volkslagen, maar wijdt dit aan smokkel en drugs. De regering verklaart dit "succes" aan de meerinkomsten door uitvoer en zendingen van de migranten (las remesas). Er zijn prijsstijgingen, maar ze beweert alles onder controle te hebben, ondanks de inflatiebevorderende geruchten van haar tegenstrevers. De waarde van de dollar blijft dalen ten opzichte van de lokale munt, de Boliviano (nu 7,91 Bs.).

2. In het Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren (CEPA) heeft elk van de vier afdelingen een drukke periode achter de rug. De afdeling "Vorming" organiseerde een cursus over het gebruik van de inheemse talen in het onderwijs. Men rekende op 30 deelnemers. Vorige week werd echter een tweede versie van diezelfde cursus afgesloten. In totaal namen 70 onderwijzers deel. Het Aymara en Quechua zitten in de lift en nog steeds zijn meerdere (buitenlandse) linguïsten, net de steun van CEPA, bezig met de studie van de Chipaya-taal.

3. Afdeling "Informatie". De (kleine) leeszaal van de bibiotheek loopt geregeld vol. Het is echter niet alleen de bedoeling bestaande informatie toegankelijk te maken, maar ook via onderzoek nieuwe kennis op te doen. Het onderzoeksprogramma van PIEB over het sociale en interculturele samenleven in de steden, keurde voor Oruro twee projecten goed. Het ene zal de spreiding van de besteding van overheidsgelden in de stadswijken onderzoeken. De tweede studie zal gebeuren onder de leerlingen van de middelbare scholen. Hoe ver zijn zij bereid te gaan om toch maar te kunnen participeren aan de verlokkingen van de consumptiemaatschappij (jeugdmisdadigheid, prostitutie)? Binnenkort wordt er een volgend onderzoeksprogramma gelanceerd over het impact van de massale buitenlandse migratie op de gemeenschappen vanwaaruit de migrerenden vertrekken.

4. De afdeling "Milieu" is er in geslaagd een inspectieronde van zes dagen te organiseren naar probleemgebieden met leden van de geaffecteerde gemeenschappen, samen met de vertegenwoordigers van de milieudienst van de prefectuur en van drie ministeries (milieu, water en mijnbouw). Eenmaal de verslagen beschikbaar, komt het belangrijkste: de "Coordinadora" van die gemeenschappen (CORIDUP) begeleiden in het zoeken naar duurzame oplossingen.

5. Afdeling "Cultuur". Enkele dagen geleden werd in Challacollo het "Casa de Cultura" ingehuldigd met activiteiten voor jong (tekenen) en oud (verhalen). Evo Morales kwam naar Turco, om er het 50-jarig bestaan van de oprichting van de gemeente te vieren, maar er het Cultuurhuis openen was erniet bij. Het "Colegio Canada" werd er immers met de grond gelijk gemaakt (jammer!) om op dezelfde plaats een nieuw te bouwen en dus werd het Casa de Cultura ontmanteld om voorlopig als computerzaaltje en klaslokaal te dienen voor de leerlingen. Voor alle Culturele Centra die we willen oprichten zijn er goeie perspectieven wat de archeologie betreft, niet alleen om bij te dragen tot het conserveren en waarderen van vindplaatsen en voorwerpen, maar ook tot de territoriale herstructurering in "suyus" (Carangas, Soras, Quillacas, Urus) van het departement op basis van tastbare historische gegevens.

Met een hartelijke groet vanuit een koud, maar bewolkt Oruro.

Gilberto Pauwels

Sunday, June 24, 2007

Opnieuw beginnen

Dag Allen,

Nieuwjaarsdag voor Andesvolkeren. Sint Jansvuren, Zonnewende. Voetzoekers en vuurwerk zorgen er voor dat het een ongewone nacht wordt. De zon is afgezwakt en dus wil men haar met vuurtjes heropwarmen, opdat ze een nieuwe cyclus zou kunnen beginnen.

1. Nieuw voor Bolivia is echter vooral de grondwet die nu volop in de maak is, al zal het wel wat langer duren dan voorzien was. De regeringspartij is er in geslaagd de controle te bewaren over het opmaken van structuren en normen voor het nieuwe Bolivia. Met handige politieke zetten, zonder de spelregels van de Grondwetgevende vergadering geweld aan te doen, is men er bijvoorbeeld in geslaagd in de commissie "Visie op het land" (onder de leiding van Feliz Cárdenas), zowel de meerderheids- als de minderheidsversie te leveren en dus de oppositie buiten spel te zetten. De oostelijke departementen ( de "Halve Maan") steigeren en het is nog niet duidelijk hoe het nu verder kan of moet.Wordt Bolivia een gedecentraliseerde staat met autonomie alleen maar op het niveau van de departementen? Of wordt daarenboven ook met de culturele gemeenschappen rekening gehouden? Voor welke "materies" zullen de verschillende opdelingen bevoegd zijn? Over deze problematiek - die ons als Vlamingen of Canadezen vertrouwd in de oren klinkt - gaat het nu. De etnisch-culturele visie van de regering van de Indiaanse president Evo Morales, stuit op verzet.

2. In Oruro waren we de laatste dagen vooral met de milieuproblematiek bezig. Op de Werelddag voor het Milieu kregen we 40 journalisten en daarna 90 mensen die betrokken zijn bij het milieu bij elkaar om de concrete regionale problematiek onder de loep te nemen. En deze week ging de tiende Foor voor Biodiversiteit en Andesculturen door. Voor het eerst was dit niet langer een initiatief van alleen maar CEPA. De prefectuur en andere organisaties hebben het op zich genomen om mede elk jaar deze jongerenbijeenkomst te organiseren. Dit jaar namen 16 middelbare scholen uit de dorpen er aan deel, met elk 25 vertegenwoordigers, gedurende twee dagen. Als hoofdthema hadden we de Zon uitgekozen. Het mag wel dat de "Kinderen van de Zon" (het Inca-rijk) het Internationale Jaar van de Zon indachtig zijn. Meteen is de thematiek "Ecologie en Andesvolkeren" in Oruro geïnstitutionaliseerd. Wat konden we als CEPA beter verhopen?

3. Tijdens die jongerenbijeenkomst en terwijl president Evo Morales elders in der stad vergadering hield met de 34 burgemeesters van Oruro over hoe zij de bijna twee miljoen dollar zullen besteden die Venezuela voor Oruro ter beschikking stelt, had aan de universiteit een bijeenkomst plaats van een paar honderd vertegenwoordigers van de vier "suyus" (Carangas, Suras, Quillacas en Urus) om het ontwikkelingsplan 2007-2010 te bespreken. Het verlangen alles en nog wat aan te pakken lijkt me veel groter dan de bestaande technische mogelijkheden. Het plan is op Andesleest geschoeid, vanuit de Chakana (het Andeskruis of Zuiderkruis), met de bedoeling te komen tot Suma Qamaña (Goed Leven), dank zij een Pachacuti (de Terugkeer van Nieuwe Tijden).

4. Het plan is intussen uitgegroeid tot een document van meer dan 300 bladzijden en de prefect, Luis Alberto Aquilar, stelt het trots voor, als we hier in huis samen komen met enkele "mensen van weleer". Vroeger vonden we mekaar bij het verdedigen van mensenrechten, verzet tegen repressie en bij projecten voor ontslagen mijnwerkers en in rurale gemeenschappen en we droomden van een bevrijdende ontwikkeling. Nu dragen enkele onder hen daarvoor de directe verantwoordelijkheid, met meerdere vrijwilligers en onderzoekers van CEPA als medewerkers. Pancho en Clemente bekoelen het enthousiasme van Luis Alberto met concrete getuigenissen van gebrek aan "revolutionaire bewogenheid" onder de arbeiders van de tinsmelterij van Vinto, waarvoor ze nu de verantwoordelijkheid dragen. Guillermo Dalence, gerent van COMIBOL (de staatsmijn) in Oruro, steekt zijn vertrouwen in Evo Morales niet onder stoelen of banken, vooral dan omdat hij de controle over de natuurlijke rijkdommen vooropstelt en omdat hij kan rekenen op de steun van de brede Indiaanse onderlaag, die hij vertegenwoordigt.

Zelf bevestig ik het vertrouwen in de onstuitbaarheid van het huidige ontvoogdingsproces, zelfs los van bepaalde personaliteiten. Maar dat proces kan hoogtes en laagtes kennen, regressies en geweld. En de graad van (interculturele) medewerking van de middenklasse kan toch wel doorslaggevend zijn.

Vanuit een winterse, nachtelijke stad vol vuur, lichtvlekken, muziek, dans, explosies, alcohol en worstjes, rook en brandgeur,... een zonnige zomer toegewenst,

Gilberto

Monday, May 28, 2007

Spelregels.

Dag elkeen,

SPELREGELS

Het is dan toch koud geworden (min negen 's nachts). Bewolking, maar geen sneeuw, ook al kan dit rond Pinksteren. Vandaag is het immers "Espíritu", in de dorpen de agrarische viering van het "groene kruis".

1. Op sociaal vlak slaagt de regering van Evo Morales er in de grootste onrusthaarden te blussen, maar er zijn toch altijd wel ergens conflicten waarbij men via wegversperringen of manifestaties een onmiddellijk antwoord probeert af te dwingen. Er is vooral spanning tussen de regering en de gerechtelijke macht, rond benoemingen. Het grootste recente succes is ongetwijfeld de "nationalizering" of heraankoop van twee petroleumraffimaderijen van Petrobras (Brazilië) aan ongeveer de verkoopprijs van enkele jaren geleden. Dit betekent een onmiddellijke meeropbrengt voor de nationale schatkist. Op het vlak van de herorganisatie van de mijnbouw werd echter weinig vooruitgang geboekt. Dat de ex-minister voor minería, Guillermo Dalence, heropgevist werd en benoemd tot gerent van COMIBOL Oruro, werd hier als positief bestempeld. Dat de nieuwe grondwet klaar komt voor de nationale feestdag (6 augustus), daar gelooft eigenlijk niemand nog in. De regeringspartij MAS wil er spoed achter zetten, de oppositie staat op de rem. De bekvechterij naar buiten toe, verbergt een vaak veel subtielere strategie om mekaar de wind uit de zeilen te nemen. Waar men het over eens is, is dat de culturele diversiteit in Bolivia in de wetteksten tot uiting moet komen. Iedereen wil nieuwe spelregels opstellen, maar intussen blijft men voortspelen met de bestaande.

2. Meer dan twee jaar reeds twist men over de spelregels voor het onderzoek van de gevolgen voor het milieu van de goudwinning van het bedrijf Inti Raymi. Nu is er een akkoord in de maak. Het bedrijf heeft echter reeds meerdere malen uitstel gevraagd voor de ultieme ondertekening van het contract. Het feit dat de aandeelhouders van het multinationale bedrijf Newmont (USA; eigenaar van Inti Raymi) op hun algemene vergadering een onderzoek gevraagd hebben naar de manier waarop de maatschappij omgaat met de plaatselijke gemeenschappen in haar mijnoperaties overal ter wereld (vervuiling, sociale verantwoordelijkhied, respect voor de cultuur,...), is ongetwijfeld een ruggesteuntje voor de aanklagende gemeenschappen alhier.

3. Als CEPA waren we niet alleen met dit probleem bezig, maar ook met andere milieuconflicten. Het chemisch bedrijf SAMCO - in onze straat - krijgt misschien dan toch toelating om opnieuw met de productie van zwavelzuur te starten ondanks het protest van de omwonenden. Vorige week wierpen ze daartegen straatversperringen op. De veehouders van Challapata hebben eens te meer met een betoging laten verstaan dat ze zich verzetten tegen goudwinning in hun streek. Mijneigenaars van bij het dorp Poopó kwamen ons verzoeken hen te helpen om de campesinos ertoe te brengen hen toelating te geven om een zilver-lood-zink-mijn aldaar uit te baten. Eigenlijk hadden we onlangs al een inspectie-bezoek gebracht op die plaats, maar dan wel samen met de lokale gemeenschap. Het gaat om de heuvel die het dorp Poopó van drinkwater voorziet.... Een journalist bracht me gegevens over twee bedrijven die de stad Oruro vervuilen. Eén daarvan werd uit El Alto (La Paz) verjaagd, nadat er loodvergiftiging bij de omwonende kinderen werd vastgesteld... Alles opvolgen kunnen we niet. Het komt er dus op aan ertoe bij te dragen dat de mensen niet alleen de wetten (de spelregels) kennen, maar dat die ook worden nageleefd. En liefst meteen ook verbeterd worden.

4. Een merkwaardig feit is dat deze week in Chipaya aan de Uru-natie de documenten van hun rechtspersoonlijkheid werden overhandigd. Zij zijn opgedeeld in drie groepen: de Chipayas, de Muratos (in Oruro) en de Iruitos (in La Paz). De laatste jaren onderhielden ze regelmatig contact met mekaar en nu werd dus hun hereniging wettelijk bekrachtigd. Om het eigen identiteit en de band met de voorouders te bewaren helpen we hen als CEPA met "casas de cultura" in de dorpen (Chipaya, Ayparavi en Llapallapani). Voor Johan Claeys (uit Nieuwpoort) was het een eerste contact met de Chipaya. Als vrijwilliger van Broederlijk Delen en archeoloog, komt hij gedurende enkele maanden meehelpen om een betere kijk te verwerven op het verre verleden van Oruro. Ongetwijfeld zal dit tot de conclusie leiden dat de Urus - nu de kleinste, meest verarmde en uitgesloten etnische groep - een veel groter en belangrijker aandeel hadden dan tot nu toe wordt aangenomen, in de geschiedenis van Oruro.

Voor allen een verwarmend Pinkstervlammeke,

Gilberto

Friday, April 27, 2007

Een land onder stroom...

Amigos nuestros,

Voor de verandering eens een opendeur-krabbel, over het doen en laten van enkele mensen in CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren). Maar eerst toch een kijkje op een land onder stoom.

1. Het is geen gemakkelijke klus te regeren samen met de volksorganisaties. Twee van de grootste nationale groeperingen zijn voor het ogenblik gemobiliseerd om toegevingen af te dwingen: onderwijs en gezondheid. De mijnwerkers staan weer eens tegenover de leden van de mijncooperaties. Vijftig bussen met mijnwerkers van Huanuni trokken gisteren naar Sucre om te verhinderen dat er opnieuw cooperaties zouden toegelaten worden in hun mijncentrum. Duizenden mensen die leven van de invoer en de verkoop van tweedehandskleren staan tegenover duizenden anderen die willen leven van textielproductie. De regering heeft immers verboden dat er nog tweedehandskleding zou worden ingevoerd om zo de nationale industrie te beschermen. Mensen met een handicap vullen de straten om een staatstoelage te bekomen. Af en toe worden er zelfs voor heel lokale problemen, wegversperringen opgeworpen op nationale wegen. En toch blijven de molens malen en de boer ploegen: het ingezette ontvoogdingsproces is onstuitbaar.

2. “De viceminister voor milieu lijkt wel een bediende van CEPA,” lieten de mijnwerkers van de goudmijn Inti Raymi, een paar dagen geleden, schrijven in de lokale krant. Het zint hen niet dat het ministerie tot het besluit gekomen is dat de rurale gemeenschappen die door Emilio begeleid worden gelijk hebben: er is iets mis met het voorgestelde milieu-audit dat de schade moet opmeten van de mijnactiviteiten aan hun gronden en water. Dus werd er gezamenlijk een nieuw voorstel uitgewerkt. De enige betrokkene die nu weigert te tekenen is...Inti Raymi. Ze verliezen immers de controle over het onderzoek dat eigenlijk hen moet controleren.Vanuit CEPA zijn EMILIO en ANGELA er dus in geslaagd de inheemse gemeenschappen rond het Uru Uru- en het Poopó-meer en in het bekken van de Desaguadero-rivier te verenigen in een “coordinadora” om samen hun rechten te verdedigen (CORIDUP). Dit bleek eens te meer gisteren in een regionaal seminarie aan de universiteit over de toekomst van de mijnbouw in Oruro. De agrarische gemeenschappen en CEPA waren de enigen die de milieu-problematiek ter sprake brachten.

3. MARCELO bracht vorige week voor het eerst de verantwoordelijken bijeen van de “casas de cultura” (culturele centra), die intussen in zeven Andesdorpjes werden ingericht. Het wordt een hele opgave om deze op gang te trekken met allerlei activiteiten.Intussen heeft hij ook een wedstrijd uitgeschreven voor antropologie-studenten over wat we “pendel-migratie” (migración pendular) noemen, het voortdurend heen en weer trekken tussen dorp en stad en/of tussen stad en elders. Voor de middelbare scholen wordt een wedstrijd uitgeschreven over de geschiedenis van hun wijk of dorp.Maar de belangrijkste activiteit van Marcelo zal wellicht een avond- en weekendcursus zijn over “interculturaliteit en duurzame ontwikkeling” voor een dertigtal sociale onderzoekers. De staatsuniversiteit levert een diploma af en vandaag kwam de officiële bericht toe dat de Belgische ambassade mee de kosten zal dragen.

4. GERMAN is niet aan zijn proefstuk toe. In nog meer dorpen zal de gemeentelijke vuinisophaaldienst georganiseerd worden, oa in Orinoca, het geboortedorp van president Evo Morales. Hij is nu echter vooral begaan met de organisatie van de tiende “Foor van de Biodiversiteit”, waarbij de leerlingen van de rurale colleges hun culturale en ecologische rijkdom komen ten toon spreiden in de stad. Dit jaar doet ook de prefectuur mee. Het stadsbestuur haakte af, want enkele mensen aldaar vonden het al te ”originario” (Indiaans). Ook LIDEMA en Pastoral Social - Caritas zullen er deze keer bij zijn.LIDEMA (Liga ter Verdediging van het Milieu) is een netwerk van milieu-organisaties. Vorige week ben ik naar de jaarlijkse vergadering is Sucre geweest om er de aanvraag tot lidmaatschap van CEPA voor te dragen.
Tof is dat German nu reeds denkt aan volgend jaar. 2008 wordt immers het internationale jaar van de aardappel. Volgende zaterdag gaat hij op de grote jaarmarkt alle mogelijk soorten aardappelen kopen. De bedoeling is die te planten om zo volgend jaar over expositie-materiaal te beschikken, samen met wat vergelijkende technische gegevens over productie en zo.

5. ALICIA heeft zich op milieu-opvoeding gegooid. Volgende zaterdag eindigt een weekend-cursus voor 30 profesoren over milieu-onderwijs, maar intussen is een gelijkaardige cursus begonnen voor het voltallige lerarencorps van een middelbare school. Gevolg daarvan is dat ons vormingscentrum in Chuzekery geregeld klassen op bezoek krijgt. En daar staat LIMBERT voor in. Hij is van het Aymara-dorp Corque afkomstig, studeerde pedagogie in Cochabamba, was werkloos en we konden nog net verhinderen dat hij noodgedwongen naar Tarija zou migreren.

6. ELY echter, vertrekt wel naar La Paz. Acht jaar lang gaf zij bezieling en inhoud aan CEPA. Ze blijft externe medewerkster (zoals SANDRA en RICARDO) en gaat.... theologie studeren, protestantse zelfs, maar dan wel in de lijn van gerechtigheid en volkseigenheid. EVA zal de activiteiten met de herderinnen van het Desaguadero-bekken verder zetten, een sociaal achtergestelde groep die daarenboven met milieuproblemen te kampen heeft. BEATRIZ, antropologe en zelf Aymara, ging een tijdje met hen meeleven. “Nooit van mijn leven, heb ik het zo moeilijk gehad,” was haar commentaar.

7. Het werk in de bibliotheek van CEPA, heeft zowel VIVIANA (Turco) als FRANCISCA (Chipaya) ertoe gebracht tussendoor ook zelf antropologie te studeren. Dezer dagen zullen zij de verschillende faculteiten van de unief aflopen met afiches en strooibriefjes om de weg te effenen naar de bibliografische rijkdom van hun bib en de boekenwinkel CORREOS-CEPA van WILMA en MONICA, in het postkantoor.

Nog meer mensen zijn bij CEPA betrokken: FRANKLIN, JOHNY, ANGEL en ISABEL, IVANNA en LILES, OSCAR, CESAR, de groepen Eco vrouwen en Eco jongeren, in mindere of meerdere mate, elk op zijn/haar manier.Met een inzet en overgave die misschien toch wel fragiler is dan op het eerste gezicht lijkt, net zoals het ontvoogdingsproces in dit land trouwens, dat we dan toch als onstuitbaar bestempelen.

Gilberto Pauwels

Wednesday, April 11, 2007

Pasen op Radio Bolivia.

Dag Allen,

Paaszondag. De Goede Week brengt nog steeds massa's mensen op de been en schept een eigen sfeer. Maar deze wordt steeds minder door de kerk bepaald. Nieuw voor Oruro, sinds luttele jaren, is dat tienduizenden mensen op Goede Vrijdag naar de duinen rond de stad trekken, om er de sculpturen in zand met kruistaferelen te bewonderen. Vroeger ging men er hagedissen doden (die de moordenaars van Christus vertegenwoordigen) om zo zijn zonden uit te boeten.

1. "De Goede Week is als een aardappelplant. Eerst ziet alles er schitterend uit: een weelderige plant met witte of blauze bloemen en groene bolletjes als vrucht (Palmzondag). Maar dan komt de vorst en de droogte en alles verschrompelt tot wat bruine stengels. (Goede Vrijdag). Alles lijkt verloren. Wie echter dieper graaft, vindt voedsel en zaad, toekomst dus. (Pasen)" . De Goede Week is opgenomen in de agrarische Andescyclus van Allerheiligen over Carnaval tot Pasen en soms Pinksteren, van de lente tot de herfst, van zaad tot vrucht. Het is de periode waarin in de gemeenschappen de tarka-fluit wordt bespeeld. Daarna komen de fanfares, de patroonsfeesten, de van buiten af opgelegde sociale ordening.

Zo heb ik het op deze Paasmorgen in een twee uren durend radioprogramma voorgesteld. De religieuze beleving van de Goede week is op de eerste plaats Andijns. Het volk vereenzelvigt zich met de gefolterde Gekruisigde. "Hij is iemand van ons, hij vertegenwoordigt ons (zoals president Evo Morales iemand van ons is en ons in de regering vertegenwoordigt)."

2. Tijdens dit programma in Radio Bolivia (eigendom van de campesino-vakbond) hadden we het, coca kauwend, samen met vijf Aymara- en Quechua-vertegenwoordigers, over de rol van de godsdienst in de huidige samenleving. Uiteraard bracht men alle zonden en tekortkomingen van vijf eeuwen kerk ter sprake. Belangrijker echter lijkt me hun conclusie: "Vanuit onze visie op de man-vrouw-dualiteit geloven wij in de complementariteit, ook die tussen het positieve en goede (het onze) en het negatieve en kwade (het opgelegde). We hebben nu eenmaal de complementariteit nodig om vooruit te komen, opdat iets nieuws zou kunnen voortgebracht worden...." Ik protesteerde tegen het feit dat het vrouwelijke als negatief en slecht wordt voorgesteld....

Waar we het ook niet eens over werden, is over de naam die het land, dat in de Grondwetgevende Vergadering hersmeed wordt, zal dragen. Ik pleitte er voor "Bolivia" te behouden, als historisch gegroeide eenheid-in-verscheidenheid. Zij stellen voor dat het "Kollasuyu" zou worden (naam van het zuidelijke deel van het Inka-rijk). Zo ver gaat het verlangen tot verandering.

3. In de namiddag kwamen Pancho en Clemente op bezoek, vroegere medewerkers in het Diocesdane Centrum voor Sociale Pastoraal. Zij zijn nu gerent en juridisch adviseur van de onlangs genationaliseerde tinsmelterij van Vinto. Hun vraag: "Hoe kunnen we de arbeiders opnieuw 'waarden' bijbrengen. Ze hebben alleen nog interesse voor eigen werk en loon, terwijl de vakbond van de mijnwerkers en metaalarbeiders vroeger toch dictators en uitbuiters het hoofd boden ter verdediging van gans het volk. Hoe hen engageren in het huidige veranderingsproces?" Het werd een lange diskussie, ook over communicatie-strategie, tot we uiteindelijk bij de milieuproblematiek belanden. Zij houden de arsenicum- em zwavelzuur-vervuiling voor ogen. Ik vroeg ook aandacht voor de loodvergiftiging, die vooral de intelligentie van de kinderen kan aantasten, aldus een onderzoek dat de Wereldbank enkele jaren geleden daar verrichtte.

4. ¿Draait het veranderingsproces van de huidige regering nog steeds op volle toeren? Zelfs Evo lijkt er aan te twijfelen. Intern gekibbel en touwtrekken over postjes en bankbriefjes, zwakken het beleid af. Daar komt nog bij dat er een electoraal klimaat geschapen werd. Als de nieuwe grondwet klaar zal zijn (normaal in augustus, maar daar zullen wel een viertal maanden bijkomen), wil men vervroegde verkiezingen uitschrijven, op basis van de nieuwe wetgeving. Nu geen stemmen verliezen, dus. En zo kon het bevoorbeeld dat er nogmaals een andere minister van mijnbouw werd aangesteld, onder druk van de mijncooperaties. Zij zijn immers met velen....

Aanhoudende bewolking en nog steeds af en toe wat regen, beloven dan toch een goede oogst, althans hier in Oruro.

Gilberto

Monday, March 26, 2007

Andesrituelen.

Amigos,

Ik heb gisteren deelgenomen aan twee merkwaardige Andesrituelen.

1. In de voormiddag rolden Calixto Mamani (Aymara en Oblaat) en
ikzelf over de grond in Chuzekery, terwijl men ons met bloemen
bestrooide. Met dit ritueel werden onze eigendomsrechten bezegeld
van een heuvelrug met wat vlakte en water er om heen. De bedoeling
is dit terrein aan de rand van de stad, tot een ecologisch en
cultureel park om te toveren, beheerd door een Ecologische Andijnse
Stichting. Zo willen we vermijden dat deze brok natuurschoon en
cultureel erfgoed onder de voet gelopen wordt door de oprukkende
mijnbouw of de urbane expansie.

Er staat veel op het spel, want het gaat niet om zomaar een
doodgewoon heuveltje. Het is bezaaid met meer dan twintig (ruines
van) grafbouwwerken. Onderzoek van de stro-halmpjes in de muren van
deze "chullpas" heeft aangetoond dat zij uit de dertiende eeuw zijn,
van vóór de Inca-tijd dus. Tot nu toe zijn ze permanent blootgesteld
aan vernieling en roof. Onze taak wordt het nu, respect, waardering
en belangstelling op te wekken voor deze stenen getuigen van de
historische aanwezigheid van de Uru-, Aymara- en Quechua-volkeren
binnen de stadsgrenzen. Aan een volk een stukje van zijn
geschiedenis teruggeven, kan van groot belang zijn, vooral dan in
tijden van migratie, culturele herwaardering en etnische
re-identificatie.

2. En deze namiddag was ik uitgenodigd op een "Aymara-doopsel", een
nieuw ritueel eigenlijk, dat voor zover ik weet voor het eerst in
die vorm werd gevierd. Felix Cárdenas en Francisca Alvarado lieten
hun zoon Inti Paulo "dopen" binnen de Aymara-gemeenschap. Dooppeter
was Juan del Granado, de burgemeester van La Paz. Tijdens de
toespraken had men het vooral over dekolonisering, maar meteen ook
over interculturaliteit. Het is een nieuwe Aymara-ritus, opgebouwd
uit elementen van bestaande ritussen, binnen het kader van wat toch
eigenlijk een sacrament van de kerk is. "Er bestaan reeds
Aymara-huwelijken in de streek van La Paz", zei Felix, "binnen
enkele jaren zal het gebruikelijk zijn onze kinderen volgens onze
eigen gebruiken te laten dopen."

Ik dacht toen: we vinden het een hele krachttoer dat de kerk erin
geslaagd is van een regelrechte vervolging van de Andesgodsdiensten
te evolueren tot een schuchter gebruik van enige cultuureigen
elementen in de eredienst. Maar hoe weinig aandacht en begrip
brengen we toch op voor het feit dat men reeds lang tekens en
symbolen uit de katholieke kerk binnenbrengt in de religieuze
leefwereld van de Andes. Te verwachten valt dat dit, naarmate dit
openlijk kan, steeds meer zal gebeuren. Dat zou wel eens als gevolg
kunnen hebben dat de Andesgodsdienst zich stilaan als een
alternatieve "kerkgemeenschap" zal manifesteren, op basis van een
structurering ontleend aan de bestaande kerken.

Uiteraard was ook Eva op de viering, het dochterje van president Evo
Morales, en halfzus van de dopeling Inti Paulo. Aan Francisca, hun
gemeenschappelijk moeder, stelde ik ooit voor om in CETHA Socamani
haar middelbare studies af te werken. Ze deed het samen met Monica
Flores en binnenkort beeindigt zij nu haar universitaire studies als
advokate.

3. Het Andesverleden brengt bouwstenen aan voor de toekomst. Als ik
zo overloop wat ik vandaag heb gezien en beleefd, vraag ik me toch
wel af wat zal gebeuren, als men binnen de kerk de al zo beperkte
ruimte voor theologisch reflectie en actie rond bevrijding en
culturele diversiteit, nog verder zoekt af te bouwen.

4. En wat met de ecologische problematiek? Onze bijeenkomst over
"Milieugerechtigheid en mijnbouw in Latijns-Amerika" is voorbij en
is goed geweest. Er namen meer dan 40 mensen aan deel, waaronder
veertien bezoekers uit acht verschillende landen. In de
slotverklaringen - voor samenleving en kerken - zijn een aantal
kerngedachten samengebald. Aan de universiteit had een openbaar
debat plaats. En het "Observatorium voor Milieuconflicten" kan van
start gaan. In wat volgt alleen maar wat persoonlijke
kanttekeningen.

- De groeiende agresiviteit van de mijnexplotatie wegens de gestegen
prijzen, zorgt overal voor meer en grimmiger conflicten tussen
mijnbedrijven en rurale gemeenschappen of urbane centra.

- Er zijn toch ook wel nogal wat regionale verschillen. Waar de
mijnbouw nieuw is (Guatemala, Ecuador,...), hebben de bedrijven
aanvankelijk vrijer spel, maar als het volksverzet eenmaal op gang
komt, is het onverzettelijk. Waar men sinds lang heeft leren/moeten
leven met de mijnbouw (zoals in Oruro) zijn de reacties meer
berekenend. Overal komt het er uiteindelijk op aan voorwaarden te
stellen aan mijnexplotaties: die kan niet overal en niet met om het
even welke technologie.

- Mijnen coordineren onderling hun strategische zetten om aan de
betrokkenen een sociale licentie te ontfutselen. Ze zijn daarbij
bereid heel ver te gaan in de verdediging van hun belangen. De
relaties tussen hun "begunstigden" of "slachtoffers" (naargelang de
visie) zijn veel minder intens. Vandaar de oproep tot onderlinge
solidariteit.

- Het is niet gemakkelijk groepen en mensen te helpen om
onmiddelijke (relatief kleine) voordelen af te wegen tegenover
risico's en blijvende of langdurige nadelen.

- Dat de minister van mijnbouw op de bijeenkomst de mijnpolitiek van
Bolivia kwam uitleggen, werd als positief ervaren. Dergelijke
contacten met ecologisten zijn in andere landen ondenkbaar.

- Op vele plaatsen is de kerk bij deze problematiek betrokken,
vooral aan de basis, als nieuwe concretisering van de
"voorkeursoptie voor de armen". Economisch sterke en machtige
bedrijven, staan tegenover arme, bedreigde basisgemeenschappen.

- Enz...

5. Een constante is ook dat de rol van de sociale
comunicatiemiddelen primoriaal is. De bedrijven doen dan ook al het
mogelijke om die onder controle te houden.
Dat hebben we dezer dagen nog maar eens mogen ondervinden bij de
gretige verspreiding van een aanklacht van de vakbond van de
arbeiders van de goudmijn Inti Raymi tegen ons. Naar aanleding van
een zogenaamd valse informatie van CEPA over de buitengewone
winstmarges van de wereldgoudreus Newmont, betichtten de mijnwerkers
er ons van "milieuterroristen" te zijn. Dat de gegevens (ontleend
aan Reuters) eigenlijk correct waren, bleek achteraf geen
nieuwswaarde meer te hebben,... Gelukkig kunnen we toch nog bij
Radio Bolivia en Radio Pio XII terecht. En blijft onze "Chiwanku"
(infoblaadje "De Merel") overal rondfladderen.

Vanuit een herfstig Oruro,

Gilberto

Sunday, March 4, 2007

Watersnood en Staatsmijnen.

Dag elkeen,

2007: het Jaar van de Mijnbouw. Zo kondigde de regering het aan. Maar tot nu
toe werd het vooral het Jaar van de Watersnood: te veel water in de tropen,
te weinig op de hoogvlakte.

1. De resultaten op het vlak van de mijnpolitiek zijn nochtans opmerkelijk.
- Ondanks bikkelharde protestacties in La Paz, slaagt de regering er in de
cooperaties uit het mijncentrum Huanuni te houden en zo conflicthaarden voor
de toekomst te vermijden. De leden van de mijncooperaties kregen de keuze:
arbeider worden in het staatsbedrijf of hulp aanvaarden om elders een nieuwe
explotatie te starten.
- De nationalisatie van de tinssmelterij van Vinto werd doorgevoerd. De
bestaande wantoestanden werden bloortgelegd. En nu is men ook een kijkje
aan het nemen hoe de situatie is in de andere bedrijven van ex-president
Sánchez de Losada: Porco, Colquiri, Bolivar.
- Er werd een contract ondertekend voor de explotatie van de Mutún, een van
de grootste ijzerbergen ter wereld, dicht bij de Braziliaanse grens, met
Jindal, een bedrijf uit India. De regering haalde uiteindelijk voor een
groot deel haar slag thuis: meer bijdrage aan de staat en een hogere prijs
voor het gas dat men zal gebruiken.

2. Vorige week, net voor het tot deze akkoorden kwam, was Guillermo Dalenca,
minister voor mijnbouw, bij ons op bezoek in CEPA. Aan een dozijn
organizaties, die met de mijnexplotaties begaan zijn, kwan hij de
regeringspoltiek uit de doeken doen. Wat hij vooropstelde, wordt intussen
doorgevoerd. COMIBOL, het staatsbedrijf, wordt verstevigd; cooperaties
moeten de principes van het cooperativisme naleven, willen ze steun krijgen
.. Privé-bedrijven, die correct handelen, worden gerespecteerd. En de staat
zal de controle over de productie en de comercialisering van de mineralen op
zich nemen, te beginnen met tin en... goud. De vragen uit het publiek waren
niet mis. Emilio van CEPA had het uiteraard over de milieuproblematiek.
Antwoord: nieuwe bedrijven worden aan strikte normen onderworpen en de staat
zal geleidelijk de sanering van de negatieve gevolgen van bijna vijf eeuwen
agressieve mijnexplotatie op zich nemen. Daarna kwam een mijnwerkersvrouw
aan het woord: "Meer inkomens betekent niet noodzakelijk een verbetering van
de levenskwaliteit in onze families. Welke zijn jullie voorstellen om
negatieve gevolgen weg te werken en een integrale ontwikkeling in de
mijncentra en de streek op gang te brengen?" Zo ver gaat de planning
blijkbaar nog niet.

3. Terwijl men naar buiten toe uiteraard stoer moet doen, vraagt men zich
binnenskamers wel af of het herboren staatsbedrijf COMIBOL die enorme taken
zal aankunnen. Onrechtstreeks zitten we mee in de boot.
- De gerent (Francisco Infantes) en de juridische adviseur (Clemente Paco)
van de smelterij van Vinto, zijn vroegere medewerkers van het Diocesane
Centrum voor Sociale Pastoraal.
- Als CEPA begeleiden we de georganiseerde rurale gemeenschappen (CORIDUP)
om samen met het mijnbedrijf van Huanuni en het ministerie, een plan uit de
werken om verdere vervuiling van landbouw- en graasgronden tegen te gaan.
- Volgende week (9-11 maart) organiseren we een internationale bijeenkomst
over "Milieu-rechtvaardigheid en mijnbouw in Latijns-Amerika". In vele
landen kampt met men gelijkaardige problemen en conflicten tussen
mijnbedrijven en rurale gemeenschappen of urbane centra. Tijd dus om samen
eens de bril "zien-oordelen-handelen" op te zetten. Heel wat genodigden
komen uit kerkelijke kringen. We koesteren de stille hoop een steentje (een
zandkorreltje) aan te brengen voor de Vijfde Latijnsamerikaanse
Bisschoppenconferentie in de maand mei in Aparecida (Brazilië). De optie
voor de armen staat in deze globaliseringstijd immers voor nieuwe
uitdagingen. "Dat niemand bloed spuwe, opdat anderen het beter zouden
hebben", zong ooit Yupanqui.
Toen ging het over de stoflong van de mijnwerkers. Nu ook over het recht op
een gezond leefmilieu van grote, meestal Indiaanse, bevolkingsgroepen. Tot
voor kort vond men het onvermijdelijk en dus aanvaardbaar dat mijnwerkers
gemiddeld amper 40 jaar oud werden. Nu vindt men het nog te aceptabel met
vermijdbare contaminatie en risicos te moeten leven. Dit
"sterven-om-te-produceren" moet "produceren-om-te-leven" worden.

Maar hier en nu, gaat het ook om duizenden families die gave en goed,
onderdak, oogst en vee verloren hebben of aan het verliezen zijn, omwille
van overstromingen in het laagland of droogte en vorst op het hoogland.

Con un saludo fraterno,

Gilberto

Monday, February 19, 2007

Carnaval in Oruro!

Amigos,

Oruro viert zijn Carnaval.
Duivels dansen voor O.L.Vrouw van de Mijnschacht. Het feest wordt elke jaar grootser.

1. Vele jaren geleden vonden de pastoor van een mijnwerkerswijk en de mijnbaas dat twee feesten zp kort naeen - Lichtmis, het patroonsfeest van de kapel, en Carnaval, een getolereerde "heidense" viering vooraleer de strenge Vasten begon - slecht waren voor zeden en werk, en dus besloten zij die tot een enkel feestgebeuren samen te smelten. Spaans katholicisme en vruchtbaarheidsrituelen van de Andes. De originaliteit van deze kruising heeft geleid tot zo'n intense en gevarieerde viering, dat het Carnavalsfeest van Oruro onlangs uitgeroepen werd tot Patrimonium van de Mensheid. Dit jaar was ook president Evo Morales en een deel van zijn kabinet van de partij.

2. - Maar ook gisteren was Evo Morales hier in Oruro, voor een ch'alla, een plengoffer voor Moeder Aarde, in de tinsmelterij van Vinto. Diezelfde avond werd de ritus voor Pachamama nog eens overgedaan in het "Palacio de Gobierno" in La Paz. Het Andeserfgoed wordt dus blijkbaar steeds meer, op creatieve wijze, naar voren geschoven.
- Dat de ceremonie in de smelterij doorging was geen toeval. Op 10 februari vierde het departement Oruro zijn verjaardag en de president was daarvoor zelfs drie dagen ter plaatse. Het belangrijkste gebeuren was ongetwijfeld de (her)nationalisering van de tinsmelterij van Vinto. Die begon als staatsbedrijf, werd opgekocht door COMSUR, de mijnmaatschappij van ex-president Gonzalo Sánchez de Lozada en - toen het hem te warm onder de voeten werd - doorverkocht aan het Engelse Glencore. Die overstappen gingen, volgens de regering, met zoveel onregelmatigheden gepaard, dat besloten werd bij die "recuperatie" geen schadevergoeding te betalen. Ex-president Goni, tegen wie een proces loopt wegens massamoord, maar in de USA woont, was eigenaar van nog meer mijnen...
- Evo had echter nog meer in petto voor zijn departement. Niet alleen de weg naar Chili (Pisiga) wordt volledig geasfalteerd, ook een toeristische route rond het Poopó-meer (die in het geboortedorp van Evo, Orinoca, voorbijkomt). Ook zal Oruro binnenkort over een uitgebouwde expo-campus beschikken, verbonden aan de universiteit. En elke gemeente kreeg twee tractoren. Persoonlijk had ik wel liever, in plaats van zo'n zeventig tractoren, voor hetzelfde geld een paar duizend waterpompen gezien.
- Tussen zijn bezoeken aan Oruro door, reisde de president naar Brazilié, en bedong er, tegen de verwachtingen in, een aanzienlijke verbetering van de gas-verkoopprijs. Meer zaad in het bakje en een zichtbare verdeling ten gunste van de bevolking, zijn realisaties van de huidige regering, die men moeilijk kan loochenen.
- Intussen kwam ook geld beschikbaar en verkreeg men externe steun voor de slachtoffers van natuurrampen. De voorspellingen in verband met het klimaatsfenomeen "El Niño" zijn immers uitgekomen en de negatieve gevolgen blijken erger dan verwacht. Overstromingen in het subtropische Oosten en droogte en vorst op de hoogvlakte, zorgen bijna overal voor problemen.
Oruro bleef nog het meest gespaard.

3. In CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren), waren we de laatste dagen vooral begaan met onderzoek en publicaties.
- Het boek van Marcelo Lara over Carnaval werd voorgesteld onder de antropologie-studenten. Deze keer gaat het niet over de geschiedenis en de simboliek van de verschillende dansgroepen. Het is een socio-culturele analise van onderliggende processen en machtsverhoudingen. Zij die beweren de Andesvolkeren voor te stellen, brengen niet steeds het nodige respect op voor de autentieke vertegenwoordigers van deze volksgroepen.
- Het boek van Ricardo López over maskers en dansen in de ayllus van de dorpen van Oruro, is bij de drukker, maar kwam niet op tijd klaar. In zekere zin is het een antwoord op het vorige boek: terug naar de bronnen.
- In dezelfde zin, maar dan veel breder en op politiek vlak, argumenteert het boek van José Luis López omtrent "het zelfbeschikkingsrecht van de inheemse volkeren van Bolivia". Het plaatst de problematiek van de culturele en etnische verscheidenheid in Bolivia in de context van het internationale recht. We hebben alvast een exemplaar bezorgd aan Félix Cárdenas (Krabbel 148), die voorzitter werd van de misschien wel belangrijkste commissie van de Grondwetherschrijvende Vergadering: de commissie die een nieuwe visie op Bolivia moet uitwerken.
- In december lieten we een boek verschijnen over de "pasakana", een cactusvrucht en in januari organisserde de prefectuur daarrond een tentoonstelling. Vroeger reeds publiceerde we een tekst van dezelfde auteur, Erick Morón, over de "anqhañuqu", een, ook eetbare, wilde wortel, parasiet van de thola-struik. In maart gaat ook daarrond een expositie door.
- En intussen zijn we reeds drie keer samengekomen met een nieuwe groep sociale onderzoekers voor 2007. Er kwamen er 25 opdagen. De groep koos als naam CIPS, een algemeen verspreid stopwoordje in Oruro ( "si-pués", zoiets als "ja-hé"), maar het staat voor "Centro de Investigaciones y Políticas Sociales". Belooft voor de toekomst.

De duivels van Oruro doet een devote knieval voor de Heilige Maagd, maar meteen barst het feest los. Oruro danst, zuipt, smult, speelt, vecht en verbroedert.

Gilberto



Sunday, January 28, 2007

Verrassende koers van Evo.

Dag Allen,

De regering van Evo Morales blijft voor verrassingen zorgen. Dezer dagen heeft zij aangetoond er niet alleen toe is staat te zijn volksorganisaties te organiseren, maar hen ook - als het strategische beter uitkomt - in te tomen.

1. Er zijn nog wel groepen die het ontslag eisen van de prefecten van Cochabamba en La Paz, maar gezien dat wettelijk alleen door een volksraadpleging kan, heeft de regering de weg van de volksopstand afgewezen.
De evaluatie van één jaar regeren heeft tot een koerswijziging geleid. Zeven ministers, de meest conflictueuse of betwiste, werden vervangen.
Bovendien aanvaardt de regering nu dan toch dat elk artikel voor de nieuwe grondwet met een 2/3 meerderheid moet goedgekeurd worden, maar dan wel tot uiterlijk eind juli. Artikels die tot dan nog niet aanvaard werden, wil men aan een referendum onderwerpen.
Ondanks deze meer verzoenende houding, heeft de MAS-partij van Evo het presidentschap van de senaat verloren. De oppositie klitte samen. De MNR en de UN, die elk slechts één zetel hebben geven hun steun aan PODEMOS, onder voorwaarde dat ze nu (UN) en straks (MNR) een jaartje president van de senaat te mogen zijn. De senaat blijft dus voor Evo en zijn regering het grootste obstakel om op korte termijn wettelijke veranderingen door te voeren. Ze willen democratisch blijven. maar niet langer conflicten opstapelen. Wat niet wil zeggen dat er geen meer zullen zijn. Wie grondige veranderingen nastreeft, trapt onvermijdelijk op tere tenen. Heel wat mensen en instellingen beschouwen hun zogenaamde (voor)rechten als onaantastabaar en zijn bereid heel ver te gaan om deze te verdedigen. Het blijft hoe dan ook een "revolutionair-proces-in-democratie". Een strijd.

2. Gisteren heb ik mijn tijd verdeeld tussen drie vergaderingen die voor onze doelstellingen als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) belangrijk zijn.
- De raadplegingen door de regering, van de sectoren die bij de mijnbouw betrokken zijn, werden afgerond met de bedoeling tot een wetsvoorstel te komen. Meer dan honderd mensen namen er aan deel, maar men kwam niet tot een vergelijk, want de cooperaties willen geen verhoging van belastingen. Nieuw was dat de problematiek van de rurale gemeenschappen en milieu (Ecologie en Andesvolkeren!) expliciet aanwezig was. Heel wat mensen zouden verrast opkijken moesten ze weten dat Guillermo, de minister van mijnbouw, en Carmen Rosa, ecologiste en presidente van het directorium van CEPA, al sinds jaren een koppel vormen....
- Elders is de stad riep het Viceministerie voor Biodiversiteit, organisaties en specialisten samen om het Wetsvoorstel over Biologische Diversiteit te bespreken en te verrijken. Er kwamen een vijftigtal mensen op af en er werd druk gedebateerd in enkele werkgroepen over de betekenis van een aantal basisbegrippen. Als CEPA hadden we over dit tema een nummer klaar van ons info-blaadje "Chiwanku" (De Merel). Ik ontmoette er Sebastiana, een Chipaya-vrouw die vijftig jaar geleden als jong meisje de hoofrol speelde in de eerste belangrijke etnografische film in Bolivia: "Vuelve Sebastiana", over de relaties van haar dorpje met het naburige Aymara-dorp Sabaya.
- En in het "paraninfo" (de feestzaal) van de universiteit ging het Eerste Congres van CORIDUP plaats, de Coordinadora ter Verdediging van de Desaguadero-rivier, het Uru Uru- en het Poopó-meer, vooral dan tegen de vervuiling door de mijnbouw. Er waren meer dan 200 aanwezigen.
Tot nu toe hebben we ons als CEPA ten aanzien van de door mijnexplotatie aangetaste gemeenschappen als "asesores" gedragen, door hen vooral informatie door te spelen. We zijn tot het besluit gekomen dat we eigenlijk meer moeten doen, en dus hebben Emilio en Angela van CEPA een actievere rol gespeeld in het opzetten van het Congres. Voor de mensen zelf, staat de Coordinadora van het Water in Cochabamba daarbij model. De grootste uitdaging is, nog steeds, het milieuaudit van de goudmijn Inti Raymi.

3. Deze week was het bezonder druk op de terreinen van de Tambo CEPA in Chuzekery. Om de werkweek af te sluiten werd deze morgen een lama-offer gebracht voor Pachamama, Moeder Aarde. "Het water is het bloed van Moeder Aarde. Om daaraan te raken moeten we haar toelating vragen en danken", zei Eliodoro, bestuurslid van Jaranya, een campesino-organisatie die zich wijdt aan de waterproblematiek. Een week lang hadden zij er cursus met twintig mensen, mannen en vrouwen, over het bouwen van watertanks. Een gevolg is dat CEPA nu een watertank (10.000 liter) rijker is, gemaakt met "ferrocement". Ook de tank (12.000 liter) rond de pomp met zonne-energie kwam vandaag klaar. Zodra en zolang er zon is, wordt er permanent 400 liter water per uur opgepompt. We zijn bijna klaar om bezoekers te ontvangen en te tonen hoe er met water kan worden omgegaan.

4. En toevallig...kwamen er vandaag drie bussen langs met universiteitsstudenten. Don Angel toonde hen trots de productie in de serres. Dat zijn voor mij mooie momenten: als ik zie hoe mensen uit de Andesdorpjes hun kennis of culturele rijkdom kunnen ten toon spreiden aan mensen uit de stad.
We kwamen naar huis met zakken en mandjes groenten, waaronder meer dan tien kilogram tomaten. Moeder Aarde is, deze keer dan toch, mild geweest. Morgen, zondag, zal Doña Isabel of Virginia tussen de vrouwen op de grond zitten, op het marktpleintje "Walter Khon", om verse groenten te verkopen. Alleen het bordje zal nog ontbreken: "Ecologische groenten. Tambo CEPA. Chuzekery".

Ik wens jullie dan toch nog een stukje echte winter toe, maar zonder ongelukken.

Gilberto

Friday, January 19, 2007

Een nieuw jaar begint.

Amigos/as todas/os,


Nieuw jaar.
Tijd om te evalueren en te plannen. Tijd te kort, vaak, om af te sluiten, op te bergen, te archiveren. Want het nieuwe jaar heeft al een voetje tussen de deur.

1. Twee doden en meer dan honderd gekwetsen, is het resultaat van onlusten en straatgevechten in Cochabamba, tussen een volksmassa, met vooral coca-boeren, en stadmensen, vooral jongeren. De inzet: de volksorganisaties willen er de prefect toe dwingen af te treden, wat hij heeft zich uitgesproken voor de "onafhankelijkheid" van Santa Cruz, want wil zeggen: hij heeft de kant van de oligarchie gekozen. De wegblokkades zijn opgeheven en er zijn onderhandelingen aan de gang, maar het probleem is nog lang niet opgelost.
Conflicten krijgen i0n Bolivia steeds meer een lokale kleur, maar de tegenstelling blijft dezelfde. Sociale en etnische organisaties, die men structurele veranderingen hun rechten willen garanderen, staan tegenover belangengroepen die hun privilegies willen handhaven. Het gaat daarbij om een machtsstrijd, die niet steeds alleen maar zoekt tot een rechtvaardiger samen-leving te komen. Ruimtelijk gezien liggen de zwaartepunten, enerzijds in El Alto (bij La Paz) en de coca-streek en anderzijds in het stadscentrum van Santa Cruz. Cochabamba en de andere steden vormen het middenveld. De confrontaties hebben plaats in de Grondwetgevende Vergadering (Sucre) en met de regeringsvijandige lokale besturen. 2007 wordt een jaar van krachtmetingen. Laat ons hopen (tegen beter weten in?) dat het op basis van participatie, raadplegingen en dialoog kan gebeuren, zonder verder bloedvergieten.

2. De regering zelf kondigt 2007 aan als het jaar van de mijnbouw. Men wil dat het land daar meer baat bij zou hebben. De nieuwe overeenkomsten die vorig jaar voor aanzienlijke extra-inkomsten voor het gasexport hebben gezorgd, staan daarbij als model. Dat de explotatie van de natuurlijke rijkdommen ook zou gebeuren met zo weinig mogelijk schade aan natuur, milieu en volksgezondheid is minder expliciet aanwezig. We weten dus wat ons als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) te doen staat...

3. 2007 zal ook het jaar van de "migraties" blijven. Massa's mensen trekken naar elders, ondanks de toch betere perspectieven in eigen land. Dat wordt wel eens al te gemakkelijk aangehaald als een teken van mislukking van het ontwikkelingsbeleid van de regering, als een bewijs dat de veranderingen geen positieve resultaten opleveren voor het volk. Het lijkt me een verkeerde conclusie. Verbetering van het levensniveau, leidt - zeker op korte termijn - tot meer migratie. Er zijn nog al te veel mensen die al lang hadden willen wegtrekken, daarvoor de middelen niet hadden en nu wel de kans zien. Wat vroeger niet kon, wordt nu wel mogelijk. En, ondanks alle kans op verbeteringen, naar elders kunnen trekken om - al is het maar tijdelijk - vijf tot tien keer meer te verdienen dan hier, blijft hoe dan ook een onweerstaanbare verlokking. De ongelijkheid tussen die werelden is zo groot, dat mensen blijven opteren deze moeilijke, riskante en pijnlijke operatie. De aankondiging van verscherpte controles op dergelijke volksverhuizingen, zijn een bijkomend argument om er spoed achter te zetten.

4. Vandaag loopt het jaarlijkse verlof van CEPA ten einde. Groentenkweek, boekenverkoop en de begeleiding van milieuconflciten en onderzoeksprojecten, zijn echter gewoon doorgegaan. Sofie en Lotte, twee studentes antropologie van de universiteit van Gent, peilen naar het milieubewustzijn in Challacollo en Iroco. Ivana, een Aymara-architecte, tekent en beschrijft de historische en rituele plaatsen van nog een dorp: Curahuara de Carangas. Ricardo registreert de geschiedenis en de betekenis van de plaatsnamen in het territorium van de Soras. Sandra was blij dat president Evo Morales op de nationale evaluatievergadering hun werk rond inheemse rechtstraak aanhaalde, maar Idon, die op hetzelfde ministerie werkt, was ontgoocheld dat hij het niet deed met hun bijdrage over mensenrechten.
De Coordinadora ter verdediging van rivieren en meren eist via een open brief aan de president, eens te meer een onafhankelijk onderzoek naar de milieu-gevolgen van de goudwinning door de Inti Raymi (Newmont). Een tweede zwavelzuurfabriekje mag niet langer de lucht van de buurt verpesten. En op een werkvergadering met de minister van mijnbouw over een nieuwe mijnwetgeving, werden niet allen loontrekkende mijnwerkers en leden van mijncooperaties uitgenodigd, maar ook autochtone gezagsdragers van Andesgemeenschappen. En dat is een hele vooruitgang. Kortom, aan dynamiek ontbreekt het zeker niet.

Bij het begin van het nieuwe jaar, wil ik toch eens heel hartelijk Hugo Parmentier en zijn medewerkers in Canada bedanken, die telkens, nauwgezet en snel, de "Andeskrabbels" omzetten in "Griffonages des Andes" en zo een groep franstaligen, die Oruro en Bolivia in het hart dragen, de gelegenheid geven wat op de hoogte te blijven het reilen en zeilen alhier. Danke, Hugo, voor jou blijvende verbondheid, nadat je zelf ook, meer dan dertig jaar geleden, jarenlang hier in de Andesdorpjes hebt rondgezworven.

Het regent. Elders in het land krijgt men te veel of te weinig water. In Oruro genieten we tot nu toe van een min of meer normale regentijd.
Ik wens jullie een jaar 2007 toe, dat wat menselijke warmte betreft, alle voorgaande overtreft.

Gilberto