Wednesday, April 27, 2011

Boliviaanse agenda

Vandaag meldt de krant dat het nationaal inkomen per persoon in Bolivia in zeven jaar tijd verdubbeld is: van 894 us$ in 2003 naar 1849 us$ in 2010. Zeven jaar eerder (in 1996) was het 953 us$ en nog zeven jaar vroeger (1989) 714 us$. Deze cijfers zeggen echter niks over de interne sociale verdeling en evenmin over de al dan niet feitelijke verbetering van de levensomstandigheden. Maar het is wel overal te merken dat deze globale vermeerdering van inkomen, de verwachtingen en dus ook de eisen van de bevolking tot meer welstand heeft aangewakkerd. De regering van Evo Morales had de jongste weken met heel wat sociale onrust af te rekenen omdat er dit jaar "slechts" 10% loonverhoging kwam. Met een paar procent verhoging extra voor onderwijs en gezondheidszorg, werd dan toch alles weer rustig, vlak voor Goede Week.

Dit is een goeie gelegenheid om het eens te hebben over waar CEPA in deze context mee bezig is. Voor wie rond productie en inkomen werkt, lijkt het aangewezen om zich op rechtvaardige verdeling
te concentreren. Als "Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren" (CEPA) is het ons echter - 15 jaar al - om natuur en culturen te doen.

1. Ons "paradepaardje" is het Decreet 335. Vanuit CEPA ontstond een steeds maar aangroeiende organisatie van tientallen door mijnbouw benadeelde Andesgemeenschappen (CORIDUP). Samen konden we bekomen dat het bekken van de rivier van Huanuni door de regering tot milieu-noodgebied werd uitgeroepen. De planning en uitvoering van werken om verdere contaminatie te vermijden en te redden wat er te redden valt, wordt nu dagelijks van dichtbij gevolgd.

2. Ons "vervolgverhaal" is de controle op de sociale en milieu-gevolgen van de twee mijnen voor goudwinning van het bedrijf Inti Raymi. De operaties waren reeds rentabel toen het goud aan 300 us$ per ons stond; nu betaalt men daarvoor 1500 us$. Wie gaat met de extra-winst lopen? De aan gang zijnde milieu-audit zou normaal dit jaar moeten afgesloten worden.

3. Drie keer hebben we werkdagen georganiseerd tussen nationale en regionale regeringen, de mijnbedrijven en de door vervuiling benadeelde en bedreigde wijken en gemeenschappen. De vierde "mesas de trabajo" wil de gouverneur nu echter zelf organiseren. Wij blij, dat was de bedoeling. Maar we zullen erbij zijn, aan de zij van CORIDUP, de organisatie van de gemeenschappen. Het gaat erom afspraken te maken ter bescherming van gronden en waters en de uitvoering van vroegere beloftes af te dwingen.
Eergisteren werd aan CEPA gevraagd om, in het kader van het opstellen van de statuten van het "autonome" Oruro (de regionale "grondwet"), het voorzitterschap op zich te nemen van de commissie "water en bevloeiing".


4. Intussen gaat de vorming van mensen verder. Volgende week begint de "School van milieu-leiders" voor jongeren, en daarna ook een voor leiders van volksorganisaties, voor leraars en voor journalisten. Gedurende vier maanden komen ze elk weekend samen om bij te leren en ervaringen uit te wisselen. De bibiotheek zorgt voor lees- en kijkvoer. Gisteren was ik in Huanuni om er voor CAEP (Centrum voor volkseducatie) een virtuele bibliotheek in te huldigen, een venster op de wereld
voor een groot tinmijncentrum.

5. Gisteren kwamen dertig Urus van het Poopó-meer (Muratos) samen in CEPA, een volkje van jagers, vissers en verzamelaars. Samen met de Chipayas vormen zijn de "Nación Originaria Uru", een van de 36 naties die het plurinationale Bolivia rijk is. Het is een etnische minderheidsgroep (3000 mensen). Dank zij de nieuwe grondwet, hebben ze nu een eigen volksvertegenwoordiger en mogen eigen statuten opstellen. Het was de startvergadering van een proces om de eigen organisatie te versterken. We zullen hen daarbij een paar jaar begeleiden.

6. Niet alleen de "suyu" van de Urus komt geregeld in CEPA samen, ook de Sura (met vooral mijnbouw) en de Carangas (vooral veetelers, maar straks ook met een solfer-mijn). De Jakisa-groep (quinua- en melkproductie) verzet zich tegen het opstarten van een goudmijn door een Canadees bedrijf naast hun stuwdam en velden. Deze vier "suyus", die vooral Aymara en Quechua spreken, vormen samen de rurale bevolking van het departement, maar komen zich ook in versneld tempo in de stad Oruro vestigen. Vorige maandag hadden we de vrouwen op bezoek, voor een politieke vormingssessie.

7. Vorige dinsdag heb ik het afwateringsisteem van de stad bezocht; daar zou normaal het water van de stad (250.000 inwoners) een zuiveringsproces moeten ondergaan vooraleer het in het Uru Uru-meer terecht komt. Het zure water van de San José-mijn en twee derden van het afvalwater van de stad komt echter ongezuiverd in het meer terecht. Er werkt immers slechts één van de
vier pompen. Dit is meteen ons conscientisatie-onderwerp voor de Dag van Moeder Aarde. Later komt de vuilnisbelt aan de beurt; die zou moeten verplaatst worden.

8. Wat ik zelf het belangrijkste vind, is het opstarten en begeleiden van groepen die stilaan een eigen leven mogen leiden. Niet alleen CORIDUP. De Eco-vrouwen komen al jaren twee keer per maand samen. De Eco-jongeren zijn meer onderhevig aan de wisselvalligheden van het schooljaar. De Patrullas Ecológicas (kinderen) nemen dezer dagen de animatie van de Dag van Moeder Aarde voor hun rekening in het centrum van de stad. Jonge sociale onderzoekers (CIPS) brengen trachten discussies over actuele onderwerpen op gang te trekken.
De reflectiegroep Amerindia Oruro is niet van CEPA zelf, maar kan op onze medewerking rekenen. We komen nog steeds twee keer per maand samen om ons te bezinnen over wat in de samenleving gaande is en welke onze rol daarin kan zijn vanuit het Evangelie. Tot voor enkele maanden, brachten we dit daarna ter sprake in een wekelijks radio-programa, maar de bisschop heeft de groep elk publiek optreden verboden. Onbegrijpelijk eigenlijk, maar we laten het aan ons hart niet komen.

9. En toch is wat we ter sprake brachten en waar we nu op andere manieren mee door gaan, belangrijk. Willen we vandaag ecologie en Andesculturen ter sprake brengen, dan moeten we het ook hebben over interculturaliteit, interreligieuze dialoog en acties, dekolonisering, optie voor de armen, Moeder Aarde, uitsluiting, racisme, machtsstructuren, de relatie tussen christendom en Andesreligies, oecumene, politiek en sociaal engagement, ... Ook daarrond willen we mensen en groepen aan het werk zetten, want het zijn de thema's die morgen - nee, vandaag reeds - aan de orde van de dag zijn.

Een hernieuwende Paastijd toegewenst,

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Sunday, April 10, 2011

Overbodig?

Broederlijk Delen (BD) heeft dit jaar de vastenactie ingezet met een merkwaardige slagzin: "Maak ons overbodig!" Hoe komt een dergelijke oproep over in het Zuiden?

1. Wie denkt dat BD daarmee beweert dat niemand hen nog iets vraagt of iets geeft, dat ze zelf vinden dat zij geen boodschap meer hebben, en er dus maar de brui aan willen geven, heeft het verkeerd voor. De slogan wil er integendeel toe oproepen het BD mogelijk te maken zo vlug mogelijk en zo goed mogelijk hun (uiteindelijk onbereikbare) doelstellingen te benaderen.

2. Maar van wie kan men zeggen dat zij de uitdrukkelijke bedoeling hebben zichzelf overbodig te maken en, als het lukt, dit als een succes beschouwen? Alvast een dokter of een leraar bevoorbeeld, die wil dat de zieke geneest en die aan de leerlingen kennis en waarden wil doorgeven om op eigen benen door het leven te gaan. Het komt er op aan dat zieken en jongeren "hun eigen plan kunnen trekken". In die zin is het een goeie zaak dat BD niet langer geneesheer wil zijn voor verziekte situaties in het Zuiden. Het komt niet aan BD toe hier de diagnose te stellen, de remedie voor te schrijven en die ook nog te bekostigen. Dat BD zich wil niet opstellen als "wij die het allemaal wel weten en kunnen tegenover jullie die daartoe niet in staat zijn", is ook een goede zaak. Verzaken aan dit leidende rollenpatroon zit ook vervat in de gangbare leuze: "Omdat het Zuiden plannen heeft". Bepaalde visies en praktijken kunnen inderdaad overbodig gemaakt worden in de relatie van BD met het Zuiden. Uiteindelijk zijn we allemaal in hetzelfde beddeke ziek en zijn we allen onwetend en onkundig ten aanzien van bepaalde aspecten van het leven en van de eigen problematiek van andere volkeren.

3. En wie maken zich niet overbodig? Familieleden, vrienden, bondgenoten,... BD beschouwen als alleen maar een hulporganisatie die op bepaalde plaatsen of bij een bepaalde groep een aantal jaren bijspringt om daarna ineens te verdwijnen, is toch wel een te beperkende visie op de organistie. BD kan, na 50 jaar, zichzelf niet zomaar ineens overbodig maken, zeker niet als het er op aan komt bruggen te bouwen, banden te smeden, kabels te trekken tussen Zuid en Noord, vanuit de overtuiging dat een andere wereld maakbaar is, rekening houdend met de eigen plannen van de volkeren van het Zuiden.

4. Voor dergelijke situaties hebben we in het Vlaams een mooie uitdrukking. Die van het kind en het badwater, niewaar. 't Is goed, gooi het badwater maar weg; het is al lang overbodig geworden. Maar laat ons samen goed zorgen voor het kind dat intussen groter is geworden: de Zuid-Noord-Zuid relatie, aan de basis.

Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia