Tuesday, December 15, 2009

Bolivia: de stem van het volk.

Dag elkeen,

Bijna tien procent vooruitgaan na vier jaar regeren en 63 % halen; in zes van de negen departementen meer dan 50 procent krijgen - nergens minder dan 37 - en in drie departementen zelfs rond de 80 procent; de steun ontvangen van acht op tien mensen in La Paz en vier op tien in Santa Cruz; in elk departement minstens twee, soms drie of zelfs vier senators halen op een totaal van vier en zo de 2/3 meerderheid in de senaat verzekeren, net zoals onder de volksvertegenwoordigers,.... tja, veel beter kon Evo Morales niet verwachten.
Wat staat ons nu te wachten? Tien invalshoeken...
1. De nieuwe regering van Evo Morales krijgt straks de volle verantwoordelijkheid voor het bestuur van het land. Tot nu toe kon men de senaat, waar de oppositie de meerderheid had, deels de schuld geven van wat verkeerd liep, gezien daar honderden wetsvoorstellen werden geblokkeerd. Nu niet meer.
2. De oppositie is verdeeld en biedt geen alternatieven. Blijkbaar zullen het eerder de volksorganisaties en de burgerlijke samenleving als zodanig zijn, die voor sociale controle en vernieuwing zullen moeten zorgen.
3. Begin april zijn er departementale en gemeenteraadsverkiezingen. Er is een proces van decentralisering (regionale autonomie) op gang gebracht en bij die gelegenheid zal de oppositie proberen wat regionale besturen in handen te krijgen.
De uitslag van de nationele verkiezingen tekent hen een weinig rooskleurige toekomst. Of slagen ze er deze keer dan toch in hier en daar een eenheidsfront te vormen?
4. Nu de MAS geen gemeenschappelijke valabele tegenstrever meer heeft, zullen de interne tegenstellingen binnen de regeringspartij zich wellicht accentueren, mogelijks reeds bij het aanstellen van kandidaten voor de verkiezingen, die vaak de volle zekerheid zullen hebben gekozen te worden. Tot nu toe is het gezag van president Evo bij benoemingen onaangetast gebleven. Maar zal dat zo blijven? Een voorbeeld: de viering van de verkiezingsoverwinning gebeurde in Oruro op twee verschillende plaatsen en ongetwijfeld is een deel van de mensen thuisgebleven om zich niet met een van de twee groepen te moeten identificeren.
5. In de toespraken na de verkiezingen kwam vaker "socialisme" ter sprake dan wel "inheemse volkeren". Het gros van de steun aan Evo ligt nochtans bij deze laatsten. De al te theoretische beschouwingen van de regeringsinstanties slaan echter niet aan bij de basisgroepen. Verwacht men dat de etnisch ideologie zal leegbloeden? Dat zou wel eens een verkeerde berekening kunnen zijn, want versnelde socio-culturele veranderingen betekenen niet noodzakelijk verlies aan etnische identificatie. Modernisering leidt niet automatisch tot het afzwakken van etnische zelfbevestiging, soms zelfs integendeel. Als men wereldvisies, traditionele mystiek en gebruiken laat verkommeren, zal men noodgedwongen moeten terugvallen op een maatschappij met meer controle-mecanismen en dwangmaatregelen. Het veranderingsproces zou daarbij wel een zijn eigen karakter kunnen verliezen. Mogelijks zal men zich daar rekenschap van geven, gezien de buitenlandse interesse voor de "presidente-indio".
6. We stevenen af op een toenemende deelname aan de comsumptie-samenleving. Zal de staat aan de stijgende
behoeften kunnen blijven voldoen? Als het om comsumptie van eigen productie gaat, kan dit de economie aanzwengelen,
maar wat zullen de gevolgen zijn als het vooral om import gaat?
7. Vier jaar regeren is voor vele mensen, zonder ervaring in dat soort dingen, een leerproces geweest. Zal men op een
evenwichtige manier vernieuwing en continuiteit men mekaar kunnen verzoenen? Men kent nu het klappen van de zweep, de achterpoortjes en kronkelwegen van de politiek. Zal dit ten goede of ten kwade inwerken?
8. Bovenstaande bedenkingen doen me besluiten dat Evo Morales nu op zijn hoogtepunt is. Zijn rol zal stilaan kleiner worden en de volkssteun aan het proces zal daaronder lijden. Hij heeft reeds gezegd dat hij zich bij de volgende verkiezingen, binnen vijf jaar, geen kanidaat meer zal stellen, ook al kan het wettelijk. Het veranderingsproces zal doorgaan, maar veel zal afhangen van het op tijd vinden en klaarstomen van een geschikte, voor velen aanvaardbare plaatsvervanger. Loopt Evo gevaar? Kan hij plots wegvallen? Me dunkt dat het gevaar op een ongeval groter is dan de waarschijnlijkheid van een aanslag. Met het oog op de april-verkiezingen, reist Evo opnieuw, elke dag, naar meerdere plaatsen in het land.
9. En de kerk? De verkiezingen binnen de bisschoppenconferentie hebben niet tot ingrijpende veranderingen geleid, ook al zijn er verscheidene bisschoppen die binnen een paar jaren de leeftijdsgrens van 75 bereiken. Kardinaal Julio Terrazas (73) blijft president. De kerkleiding lijkt te blijven treuren om het machtsverlies en deelt de angst van de wereldkerk voor een aantal thema's. Vandaag, in het radioprogramma van de groep AMERINDIA, hebben we ons de vraag gesteld of de kerk al die organisaties en mensen die zij zelf oprichtte en vormde en die zich nu blijvend inzetten voor "een andere wereld" binnen allerhande samenlevingsstructuren, niet al te zeer in de steek heeft gelaten.
10. Een toemaatje. Vandaag kwam Víctor Hugo Vásquez op bezoek. Hij is Aymara, afkomstig van Orinoca, het dorpje van Evo; is antropoloog van vorming en nam deel aan de grondwetgevende vergadering. In CEPA nam hij deel aan meerdere onderzoeksprojecten, onder andere over de campesino-markt in de wijk Kantuta. Ik begeleidde zijn thesis over het gemeenschappelijk vangen en scheren van vicuna's. Vandaag vertelde hij dat wat hem vooral op weg heeft gezet de cursus geweest is, die Marcos Van Ryckeghem, Oblaat en landbouwingenieur, gaf aan de antropologen in de universiteit van Oruro. Sinds een paar maanden is Víctor Hugo nu immers.... vice-minister voor rurale ontwikkeling. De grootste uitdaging waar hij voor staat is het organiseren van een rurale productieverzekering tegen droogte, overstromingen, vorst en hagel. Maar ook tal van andere productieprojecten staan op stapel en maatregelen tegen de klimaatsverandering. En zo is er elke dag wel een of andere aanwijzing dat er echt wel iets ten goede aan het veranderen is Bolivia. Jammer dat we er niet méér kunnen voor doen.

Met hartelijke groeten,
Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia

Saturday, October 31, 2009

DECRETO SUPREMO 0335: Voor Moeder Aarde.

Amigos nuestros,

Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had. Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.

1. De vraag om het waterbekken van Huanuni tot ecologisch noodgebied uit te roepen is reeds een paar jaar oud. CORIDUP het coordinatie-orgaan van tachtig rurale gemeenschappen die zich door de vervuiling van de mijnbouw benadeeld weten, hield het proces aan de gang via een geduldige dialoog met de verantwoordelijken van de mijn en de regionale en nationale gezagsdragers. In mei beschreven we de grootscheepse inspectie door vertegenwoordigers van verscheidene viceministeries. Een paar weken geleden hadden we het nog over de ontgoocheling wegens het uitblijven van maatregelen en de aankondiging van acties. Een mars op La Paz heeft het beoogde resultaat opgeleverd. Waarom is het dan toch gelukt, vragen velen zich af.

2. De tegenstand kwam de mijnwerkersorganisaties die vrezen dat de afkondiging tot noodgebied tot het sluiten van mijnen zal leiden. Er waren ook (vice)ministers die tegen het decreet in verzet kwamen omdat ze vinden dat de saneringsonkosten van het gebied voor de staat veel te hoog zullen oplopen, vooral gezien dit geval als antecedent kan dienen voor gelijkaardige situaties elders in het land.

3. Maar de omstandigheden waren gunstig. Vorige week kwam de president van Ecuador op bezoek in Huanuni en hij maakte een opmerking over de toch wel verregaande vervuiling door de mijnontginning. En president Evo Morales werd onlangs op wereldvlak tot verdediging van Moeder Aarde uitgeroepen. Felix Laime, president van CORIDUP, speelde daar handig op in. Hij eiste dat de woorden in het buitenland in daden voor eigen volk zouden omgezet worden. De mars werd voorgesteld, niet als een protest tegen de regering, maar als een oproep om het aangekondigde veranderingsproces ook effectief door te voeren. Niet tegen Evo, maar vóór hem, tegen groepen en personen die zijn plannen dwarsbomen. En het lukte. Dat de verkiezingsstrijd intussen is losgebarsten, zal ook wel meegespeeld hebben. De oppositiepers gaf veel ruchtbaarheid aan de protestacties, in de overtuiging dat het op een sisser zou uitlopen en het imago van de president zou aantasten. En dat lukte niet.

4. Het decreet voorziet helemaal niet het sluiten van bedrijven en beperkt zich tot de vier gemeentes in het gebied tussen de mijn en de meren: Huanuni zelf, Machacamarca, El Choro (met Challacollo) en Poopó. De voorziene maarregelen zijn indrukwekkend: het verhinderen van verdere vervuiling door de bouw van dammen, door controle van vroegere mijnafval en waterbeheer; recuperatie van gronden met steun aan landbouw en veeteelt; drinkwater en afvalverwerking voor mijncentra en dorpen; milieu-opvoeding in bedrijven en educatieve centra; gezondheidszorg; onmiddellijke noodhulpverlening; sociale controle op de uitvoering, o.a. door CORIDUP. Zeven ministeries, de prefectuur, de vier gemeentebesturen en het staatsbedrijf COMIBOL zijn bij de uitvoering betrokken. Het betreft een tienjarenplan.

5. De mensen van CORIDUP zijn dolgelukkig en zijn CEPA heel dankbaar, want de brieven, petities, documenten, inspecties, tientallen vergaderingen in Oruro en La Paz, conscientisatie in de dorpen, analyses van gronden en waters, persberichten, artikels, mobilisaties,... waren alleen mogelijk mede dank zij het ononderbroken werk van Limbert, Clemente, Jaime, Jhonny, Norma, Alicia, Eveline,... van CEPA. Wijzelf denken vooral aan die meestal al wat oudere mensen die opstapten naar La Paz, om hun enig bestaansmiddel te redden: de grond en de waters van hun voorouders, Moeder Aarde. En aan de organisaties, groepen en families in het Noorden die CEPA hebben mogelijk gemaakt.

6. Onwillekeurig moet ik denken aan het bijbelse verhaal van de broodvermenigvuldiging. Enkele mensen uit het volk van het Noorden hebben iets aangeboden: zoiets als wat brood en een paar vissen, laat ons zeggen. Daarmee heeft CORIDUP, een volksorganisatie uit het Zuiden een grootscheepse actie voor sociale en milieu-gerechtigheid op gang gebracht voor een ganse streek.

Maar de verantwoordelijkheid waar we nu voor staan is ontzettend groot: zorgen dat dit decreet, een dertig bladzijden tellend document dat we mee hebben opgesteld, geen dode letter blijft. Dat zal eens te meer veel geduld vragen, doorzettingsvermogen, drukkingsmiddelen, desnoods mobilisaties. Maar als we daarmee kunnen bekomen dat de nationale, regionale en lokale besturen aan de noden van een arme en verontrechte bevolking tegemoet komen en hen een betere toekomst mogelijk maken, dan hebben we ons doel bereikt.

Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia

Sunday, October 11, 2009

Bolivia: werken aan verandering.

Dag allen,

De meest aangehaalde, maar vrij vage belofte van de regering van Evo Morales was en is nog steeds dat er verandering zal komen. Hoe staat het nu met dit veranderingsproces? In hoeverre is dit voelbaar in het leven van de gewone mensen en de gemeenschappen? Op welke manier zijn wij als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andersvolkeren) daarbij betrokken?

1. De activiteiten van CEPA van de laatste dagen hadden vooral betrekking op het aanpassen van de bestaande wetgeving aan de nieuwe Grondwet die onlangs werd goedgekeurd. Zo waren we betrokken bij de organisatie van een tweedaagse om voorstellen te doen voor een nieuwe milieuwetgeving; twee dagen ook om de Código Minero aan te passen; gisteren werd het reglement van de wet op de bescherming van in het wild levende dieren en planten onder de loep genomen en vorige week was het reglement van een specifieke wet op de (her)bebossing van Oruro aan de beurt. Dit alles grijpt plaats in samenwerking met de lokale en nationale regering en parlementsleden (nu Asamblea del Estado Plurinacional genoemd). Wetten goedkeuren en effectief doen naleven, zijn natuurlijk twee verschillende zaken, maar dat aan dergelijke bijeenkomsten telkens 100 tot 160 mensen deelnemen is toch wel een uitzonderlijk fenomeen, dat wijst op het verlangen tot participatie aan het bestuur.

2. Nog meer vergaderingen en activiteiten hadden de mensen die direct bij de verdediging van het milieu betrokken zijn. Het programma voor een Blauwe October werd op een persconferentie voorgesteld. Een maand lang zal de bevolking met allerlei acties bewust gemaakt worden van de noodzaak onze rivieren en meren te respecteren en te beschermen. De omwonende gemeenschappen die zich organiseerden precies om hun watergebieden te verdedigen (CORIDUP) zijn echter ontgoocheld. Daadwerkelijke beslissingen vanwege de regering betreffende de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer (milieu-audit en verklaring tot emergentiezone) blijven uit. Vrijwel dagelijks gaan er werkvergaderingen door in de verschillende dorpen en trekt men van Pontius naar Pilatus in de ministeries in La Paz. Als het volgende week niet tot de beloofde maatregelen komt, zijn vanaf maandag 19 october drukkingsacties in het vooruitzicht gesteld.
De discours van Evo Morales in het buitenland ter verdediging van Moeder Aarde worden wel eens afgewogen tegen de feitelijke praktijken van zijn regering en het verschil tussen beiden is groot. In de conflicten tussen de extractieve industrie (mijnbouw, petroleum en straks lithium) voelen de Indiaanse gemeenschappen zich onvoldoende beschermd en in aanmerking genomen (respect voor kwetsbare gebieden, recht op inspraak, vergoeding voor geleden milieuschade en recht op deelname in de winst).

3. Wat socio-culturele en milieu-onderzoeken betreft en hun toepassingen, staat heel wat op stapel. Nu er studies rond verzilting en vervuiling door mijnwater (met arsenicum, lood, cadmium,..) afgerond zijn, staan we mee voor de opdracht aan bruikbare en betaaalbare drinkwaterfilters te werken.
Ook is dezer dagen een groep tecnici uit Oostenrijk aan het werk rond zonne-energie en het boren van waterputten.
Zes onderzoeksprojecten rond milieu en quinua-teelt zijn van start gegaan op initiatief van PIEB (Programa voor Strategisch Onderzoek in Bolivia), met de medewerking van CEPA. De grote vraag naar quinua vanuit Europa bracht niet alleen grote prijsstijgingen teweeg, zodat de consumptie voor de lokale bevolking onbetaalbaar wordt, maar heeft ook tot onaanvaardbare productiemethodes geleid, die gronden en natuur onherstelbare schade toebrengen.
Wat studies over racisme en interetnische relaties betreft, heeft PIEB op nationaal vlak zes projecten goedgekeurd, waaronder - tot onze grote verbazing - twee van CEPA. Dat zal ons in staat stellen onderzoek te verrichten naar socio-culturele relaties en etnische identificaties onder de Indiaanse bevolkingsgroepen, enerzijds bij de armsten (de Uru Muratos, vissers van het Uru Uru en Poopó-meer) en anderzijds ook bij de rijksten (de Aymaras van de grensdorpen met Chili). Vroeger was de (blanke) stadbevolking vooral bang voor de eisen van verarmde campesinos en mijnwerkers; nu voelt men zich evenzeer bedreigd door enkele economisch sterker wordende Andesgemeenschappen, die bevoorbeeld, als er onroerende goederen in centrum van de stad te koop worden aangeboden, deze naar zich toehalen. De Andesvolkeren veroveren de steden, schreven we vroeger reeds.
Het is ongetwijfeld een positieve evolutie dat er de jongste tijd steeds meer onderzoekswerk wordt verricht dat gericht is op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en dat er bij het ontwikkelingswerk stilaan meer met sociologische en antropologische studies rekening wordt gehouden.

4. Intussen is het ook duidelijk geworden dat er geen sprake is van een kerkenvervolging in Bolivia. Er werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen de staat en de katholieke kerk wat onderwijs, gezondheidszorg en sociale werken betreft. Nu de verkiezingsstrijd is ingezet, proberen rechtse oppositiepartijen nog wel zich op te werpen als de verdedigers van kerk en geloof. De bisschoppenconferentie heeft het daarom zelfs nodig gevonden het misbruik van misvieringen en andere religieuze manifestaties voor politieke doeleinden, publiekelijk te veroordelen.
Toch is de spanning niet helemaal verdwenen. De kerkleiding blijft wantrouwig ten aanzien van de regeringspolitiek. Binnen de kerk zelf komt men bij "het lezen van de tekenen van de tijd" tot uiteenlopende conclusies en dat komt o.a. tot uiting bij het formuleren van prioriteiten en verwachtingen ten aanzien van de Permanente Missie die nu, op voorstel van de Bisschoppenconferentie van Aparecida (2007), overal op gang wordt getrokken. Het continentale netwerk AMERINDIA heeft er een boek over uitgegeven ("La Misión en Cuestión", Bogota, 2009) in de hoop een stimulans te geven aan het bewaren en vooral het actualizeren van het erfgoed van de Latijnsamerikaanse Conferenties van Medellín, Puebla, Santo Domingo en Aparecida. Als AMERINDIA-groep in Oruro trekken we aan dezelfde kar. De aanzet tot structurele en mentaliteitsveranderingen die dank zij de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen tot stand kwam, mag niet verloren gaan.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Tuesday, August 25, 2009

Omzien naar de toekomst.

Dag elkeen,

Er zijn antropologen die beweren dat voor Andesvolkeren de toekomst (het ongeziene, nog ongekende) zich achter de rug bevindt, terwijl zij het verleden (het reeds gekende, beleefde) voor ogen zouden te hebben. Over de geldigheid van deze stelling, willen we het nu niet hebben. Laat ons gewoon enkele recente feitjes bekijken om zo een blik op te vangen van wat de toekomst ons verborgen houdt. Er is de laatste twee maanden zoveel om handen geweest, dat we alleen maar enkele tema's eventjes ter sprake kunnen brengen.

1.Politiek. Voor begin december zijn nationale verkiezingen uitgeschreven, en dus is de strijd reeds aan de gang. Evo Morales is opnieuw presidentskandidaat en heeft alle reden om zich zelfzeker op te stellen. De volkssteun is groot. De oppositie lijkt noch programa, noch eenheidskandidaat te hebben. Een dozijn gegadigden schuiven zichzelf naar voren en blijkbaar wil niemand van wijken weten. De geschiedenis leert echter dat men vaak tot het allerlaatste moment terrein en stemmen zoekt te veroveren, om dan uiteindelijk toch bij te draaien om zich op zijn minst van een regionale vertegenwoordiging of machtspositie te verzekeren.

2. Kerken. Op de nationale feestdag (6 augustus) opteerde de kerk ervoor niet deel te nemen aan interreligieuze of oecumenische vieringen, maar wel in de kathedralen het Te Deum te behouden, ongeacht de deelname van gezagsdragers.
Er werd, na deze en andere krachtmetingen, dan toch zopas een nieuwe overeenkomst voor vijf jaar ondertekent die ruime mogelijkheden en vrijheid biedt aan de katholieke kerk voor haar religieuze en sociale activiteiten. Dit bewijst niet alleen dat er van kerkvervolging geen sprake is, maar ook dat men in verkiezingstijden behoedzaam afweegt hoe men het meeste stemmen kan behouden of bijwinnen.

3. Plurinationale staat. Ter gelegenheid van de nationale feest heeft er in telkens een andere departement een optocht plaats van militairen en afgevaardigden van de 36 naties die Bolivia rijk is. Dit jaar was Oruro aan de beurt. Een groep Vlamingen, op inleefreis met Broederlijk Delen, konden een glimp opvangen van de trots en de zelfzekerheid op de gezichten van duizenden traditionele leiders die in volle ornaat aan de optocht deelnamen.
Daarna konden ze vaststellen hoe in de dorpen de laatste jaren toch wel vernieuwing en verbetering is gekomen.
En tenslotte mochten ze een paar dagen meeleven met families in afgelegen boerderijtjes, waar toch zo weinig op verandering en ontwikkeling wijst. Mensen die meer mogelijkheden verwerven, investeren die niet in hun voorouderlijke woon- en werkplaats, maar in het hoofddorp en de steden. Welke toekomst is er voor de heroplevende Andesvolkeren weggelegd?

4. Mijnbouw. Het lag in de lijn van de verwachtingen en zo gebeurde: de multinationale goudreus Newmont verkocht Inti Raymi (goudmijnen Kori Kollo en Kori Chaca bij Oruro) aan een Boliviaanse maatschappij, onder voorwaarde dat die alle sociale en ecologische schulden op zich nam. De winst is afgeroomd, de Bolivianen moeten het nu maar onder mekaar uitvechten.
Intussen werken we verder aan vervulling van de beloften en de overeenkomsten die de overheid, meerdere mijnbedrijven en tientallen geaffecteerde rurale gemeenschappen een paar maanden geleden tijdens werkvergaderingen hebben besproken en ondertekend.
Ook hebben we vorige week op CEPA bezoek gekregen van een afvaardiging van de UNO om de mijn-milieuproblematiek in Oruro te bespreken.
Onlangs zijn ook de vier mensen van CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) en CORIDUP (Coordinatie-orgaan onder rurale gemeenschappen ter verdediging van de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer) die naar een vormingssessie en bijeenkomst trokken, georganiseerd door CATAPA (Vlaamse solidaire vrijwilligersorganisatie) in Guatemala rond mijn- en milieuproblematiek, vol goede moed teruggekeerd om verder de strijd aan te binden tegen de mijnvervuiling van waters en gronden.

5. Onderzoek. PIEB (een programa voor sociaal onderzoek in Bolivia, in Oruro vertegenwoordigd door CEPA) schreef verscheidene wedstrijden uit. Onlangs werden de eindverslagen van de zes onderzoeken, ja, ook al over vervuiling door mijnbouw, voorgedragen.
Voor onderzoeken rond de quinua-teelt in Oruro en Potosí en het impact op de eco-sistemen werden 28 voorstellen ingediend en voor studies over racisme en interetnische relaties op nationaal vlak 39 proyecten, waaronder meerdere door CEPA. Jammer genoeg, zullen heel weinig voorstellen voor subsidie in aanmerking komen.
Morgen stellen we in de prefectuur vier eigen CEPA-uitgaven voor, over de ecologische situatie van het Uru Uru-meer,
over milieuwetgeving en met een reeks studie en voorstellen over hoe de mijnvervuiling aan te pakken.
Een tijdje geleden was Koen de Munter hier voor de presentatie van het boek over interculturaliteit die hij samen met
mensen hier ter plaatse bijeenschreef en tot vorige week was Anton, ook van de universiteit van Gent, grond-en watermonsters aan het nemen tot op de bodem van de goudmijnput van Kori Chaca.
Er worden grote inspanningen geleverd om kennis te verwerven, te begrijpen wat er gaande is en te vinden waar de oorzaken van en de oplossingen voor de problemen liggen.

6. Jongeren. Maar het mooiste aanbod uit het verleden met hoop voor de toekomst, kwam deze week dan toch van jongeren. Aan hen hebben we trouwens ons wekelijks radioprogramma "Context" van de groep Amerindia gewijd.
Een dozijn jonge mensen, die tien jaar geleden als adolescenten onder de stuwing van Sari Stoops, toen hier vrijwilligerster van Broederlijk Delen, de jeugdwerking rond de milieuproblematiek in CEPA op gang trokken, kwamen bijeen. Toen ze het middelbaar onderwijs beeindigden hadden ze mekaar uit het oog verloren; intussen zijn de meesten afgestudeerd. Sommigen hadden mekaar in jaren niet meer gezien. Ze stellen voor binnen CEPA hun werkgroep Agenda 21 opnieuw op te starten. Wat hebben we hen te bieden?
Hun getuigenissen over wat CEPA voor hen heeft betekend, heeft me alvast gesterkt in de overtuiging dat het goed is bovenal te investeren in de vorming van mensen. Vorige week heeft binnen CEPA de School voor Milieuleiders haar vormingsciclus beeindigd en volgende week begint de Waterschool (la Escuela del Agua).

Gilberto Pauwels
CEPA Oruro

Wednesday, July 1, 2009

Vraagjes over Bolivia

Dag Allen,

Geen wereldnieuws. Het is stillekes over Bolivia de jongste tijd. De zo verschillende visies en acties van de presidenten van Bolivia en Peru hebben wel wat vonken geslagen en de continentale blokvorming in aanbouw heeft wel voor wat meer bijeenkomsten en omhelzingen gezorgd, maar er werden geen potten gebroken. Toch zijn er enkele processen aan de gang die aandacht verdienen.

1. Terrorisme in Bolivia? In Santa Cruz werd een gewapende bende uitgeschakeld die de bedoeling had onrust te zaaien en een gewapend netwerk op te richten om de onafhankelijkheid van het Oosten af te dwingen. Het ging om vreemdelingen met "afscheidingservaring" (Hongerije, Ierland), op uitnodiging van plaatselijke oppositieleden. Hoe ver de tentakels van die groepering gingen, is niet helemaal duidelijk geworden. Het is deze groep die een dinamietaanslag pleegde op de inrijpoort van het huis van de kardinaal Julio Terrazas, opdat de regering daarvan de schuld zou krijgen en om zo een klimaat van onrust en onzekerheid te scheppen.

2. Kerkvervolging in Bolivia? Niet waar. De aanslag op huis van de kardinaal werd inderdaad aanvankelijk voorgesteld als het zoveelste bewijs dat de regering van Evo Morales de kerk kwaad wil berokkenen. Kleine conflicten en uit hun verband gerukte verklaringen worden door de oppositie breed uitgesmeerd, ook op internationaal vlak, om de regering een anti-kerkelijk imago te geven. Het is inderdaad zo dat de kerkleiding krampachtig reageert op het verlies aan privilegies na de goedkeuring van de nieuwe grondwet. Het is ook waar dat de president en de regeringsleden niet alleen maar deelnemen aan kerkelijke diensten, maar ook aan inheemse rituelen en andere gebruiken; wat trouwens van de overgrote meerderheid van de Bolivianen kan gezegd worden. Er worden ook steeds meer ecumenische en interreligieuze initiatieven genomen. En het is ook waar dat binnen het huidige dekoloniseringsproces de kerk af en toe herinnerd wordt aan haar historische schuld. Maar dit onvermijdelijke en overwegend positieve veranderingsproces kerkvervolging noemen is een grove overdrijving en dus leugen.

3. Sociale en economische crisis in Bolivia? De aanwezigheid van Bolivia op de wereldmarkt is heel marginaal, en dus werd het land niet tenvolle door de crisis getroffen. Regeringsmaatregelen in verband met de petroleum en de stijging van de grondstoffenprijzen hebben tot voor kort zelfs voor ongeziene inkomsten gezorgd die directe populaire maatregelen voor sociaal zwakke groepen mogelijk maakten. De dollarkoers blijft, zoals nooit tevoren, nu reeds maanden stabiel (7,07 Bs.). Voor de nabije toekomst is echter voorzichtigheid geboden. Er komt reeds minder geld beschikbaar. De komende algemene verkiezingen (december 2009) zouden wel een tot overmatige gulheid van overheidwege kunnen bekoren, tot toegevingen waarvan de rekening daarna zal gepresenteerd worden.

4. Racisme in Bolivia? Er deden zich een paar opvallende incidenten voor. Blijkbaar moeten die beschouwd worden als een uiting van een eeuwenoud latent racisme. Het racisme is in zekere zin zichtbaarder geworden, omdat men er gevoeliger voor geworden is. De internationale afkeuring van het racisme heeft daar invloed op. Misschien is het feitelijk racisme de laatste tijd zelfs wat afgenomen, omdat men het zich minder kan veroorloven omwille van de sociale controle. Het blijft echter een enorm probleem, een latente mentaliteit en gestructuurde ingesteldheid die slechts via een lang bewustmakingsproces en rectificatie van machtsverhoudingen zal kunnen afgebouwd worden. Voor het ogenblik heeft men het vooral over een dekoloniseringsproces, dat zowel onder de daders als onder de slachtoffers van racistische praktijken moet doorgedrukt worden.

5. Klimaatsveranderingen in Bolivia? Gezien we hier nu de koudste periode van het jaar doormaken (-14 C nachtvorst), dromen we van opwarming. Maar de globale opwarming zal voor het Altiplano niet zomaar positief uitvallen, zo zegt men ons. Men voorspelt dat er misschien wel meer regen komt, maar op een kortere tijd; overstromingen en erosie dus. En dus ook langere, verdampende en verdorrende zonneperiodes en mogelijks meer vorstnachten. Een antwoord daarop zal moeten gezocht worden in creatief waterbeheer.

6. Ecologisch bewustzijn in Bolivia? President Evo Morales hield een paar opmerkelijke pleidooien in de UNO over milieu en inheemse wereldvisies. (German Condarco - medewerker van CEPA, maar meteen ook jilaqata, chef van zijn gemeenschap - herinnerde Evo aan zijn woorden tijdens diens bezoek aan zijn dorp Choquecota). De ministeries en overheidsdiensten komen slechts schoorvoetend tot concrete acties. Maar op juridisch vlak wordt wel werk gemaakt van normeringen op basis van de rechten van Moeder Aarde - als persoon! - (en niet alleen meer op basis van het recht van de bevolking op een gezond leefmilieu).
Wie Bolivia bezoekt, komt - tegen alle mooie woorden in - vooral onder de indruk van de ringen met plastiekafval rond steden en dorpen en de slierten vuilnis op straten en pleinen. De Andesvisie geeft geen antwoord op niet-organische vervuiling. Daartoe zal nog een lang opvoedings-(en afdwing)proces nodig zijn.

Dergelijke thema's zijn dagelijkse kost in CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren). We zitten te midden een drukke periode op het vlak van vorming, campagnes, acties en werkvergaderingen. Maar we hebben zopas ook het Nieuwjaar van het Zuiden gevierd (zonnewende van 21 juni), dus wat jullie in het Noorden doen na het solstitium van 21 december. Hier doen we het dan wel zonder Kerstmis, maar met de Sint Jansvuren, op het feest van de voorloper van Christus. Een nieuw begin dus, een nieuwe kans om het "goede leven" (vivir bien) voor iedereen wat dichterbij te brengen. Voor het eerst werd de inheemse nieuwjaarsdag door de regering tot feestdag uitgeroepen.

Gilberto Pauwels
CEPA Oruro

Tuesday, May 5, 2009

De pijn van Pachamama.

Amigos,

In 1997 schreef Walter Lotens een boek met als titel: "De pijn van Pachamama". Hij had het over verleden en toekomst, Andestradities en modernisering, en over Moeder Aarde. Hij tekende de krachtlijnen uit van wat nu in Bolivia aan de gang is, maar met voorzichtige vraagtekens rond de haalbaarheid van de toen stille revolutie. De jongste berichten over terreurorganisaties tonen aan dat haar tegenstanders inderdaad tot het ontoelaatbare in staat zijn om die ommkeer hoe dan ook te verhinderen. De echte strijd wordt echter gestreden in het dagdagelijkse leven van doodgewone mensen.

1. MAANDAG. Pachamama kreunt, ik heb het gezien. De ganse dag hebben we rondgezworven in het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer. Het gore mijnwater bezoedelt het meer. Maar er is meer. De mijnafval vulde de rivierbedding en dus worden nu enorme vlaktes overdekt met vervuild en onvruchtbaar mijnzand. Met meer dan 500 omwonenden en hun dirigenten, vier burgemeesters (Huanuni, Poopó, Machacamarca en El Choro) en vertegenwoordigers van zes vice-ministeries bezochten we de pijnpunten. Pachamama komt meer dan ooit ter sprake. Voor CORIDUP (coordinatie-orgaan van 80 door mijnbouw bedreigde gemeenschappen) en voor Limbert, Clemente, Johny, Jaime en Norma van CEPA, die meehielpen deze massale inspectie te organiseren, staat het vast: we zetten door tot deze zone door de regering tot ecologisch noodgebied wordt uitgeroepen ("declaración de zona de emergencia ambiental"). Voorstellen tot concrete maatregelen om, op basis van deze verklaring, de contaminatie een halt toe te roepen, zijn reeds uitgewerkt.

2. DINSDAG. CEPA (het Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) wordt ingepalmd door kinderen. Nieuwsgierig kijken ze naar de grote zieke aardbol in de tuin, die op de Dag van de Aarde op de plaza stond, en door de voorbijgangers volgeplakt werd met boodschappen. De kinderen vertegenwoordigen de "ecologische patrouilles" van 14 scholen, controle-groepjes die respect voor planten en dieren inprenten en afval naar de vuinisbakken verwijzen. Bondgenoten van Pachamama.

3. WOENSDAG. Een dozijn mensen van CORIDUP trekken, samen met Clemente en Jaime van CEPA, naar La Paz om hangende kwesties op te volgen:
- Het uitroepen van de zona van Huanuni tot ecologisch noodgebied.
- Het aanslepende onderzoek naar de gevolgen van de goudexplotatie door het bedrijf Inti Raymi in het waterbekken van de Desaguadero-rivier.
- Het wetsvoorstel om het Poopó- en Uru Uru-meer uit te roepen tot natuurreservaat (zoals het Sajama-park).
- De organisatie van de tweede werkvergaderingen tussen de nationale en regionale regeringen, de mijnbedrijven en de rurale gemeenschappen over vervuiling en waterbeheer.
Ze komen thuis met hoopvolle perspectieven. Wordt vervolgd.

4. DONDERDAG. - Marcelo, Marco en Anaïs (Vlaamse vrijwilligster) organiseren, samen met studenten, een forum rond dekolonisering. Het gaat niet zozeer over de strijd tegen externe kolonialisten. dan wel over de onbewuste, koloniale mentale structuren in ieder van ons. Toen de slavernij werd afgeschaft, hadden heel wat ex-slaven het moeilijk om te leren leven als vrije mensen. Voor gelijkaardige uitdagingen staat nu de "kinderen van Pachamama" (titel van een video que Omer D'Hoe hier enkele jaren geleden opnam).
- De cursus over "politieke vorming" in CETHA Socamani voor partners van Broederlijk Delen, loopt ten einde. Een tiental mensen van en rond CEPA namen er aan deel. Nee, het ging niet om ideologische indoctrinatie, maar was een oefening in uitpluizende analyses over wat aan het gebeuren is en wat ons te doen staat.

5 VRIJDAG. Een mei. De Oblatenradio Pio XII in Siglo XX (Norte de Potosí) bestaat 50 jaar en dat wordt gevierd. Een radio die, omdat hij leerde te luisteren, zich meer dan eens heeft moeten bekeren, eerst tot mijnwerkers- en daarna tot campesino-radio. De omschakeling tot Andesradio (natuur en culturen) is aan de gang. Radio Pio trotseerde dictators en geweld om het woord te kunnen blijven geven aan volksorganisaties. De mijnwerkers trokken het spoor, maar uiteindelijk werd de Aymara Evo Morales (uit Carangas - Oruro, een streek waar de Oblaten ook reeds meer dan vijftig jaar werkzaam zijn), tot president van Bolivia verkozen. Tijdens de viering wordt deze geschiedenis opgeroepen, maar meteen blijkt ook wie nu wel stem en macht hebben. Er wordt blijkbaar een periode definitief afgesloten.
De stemlozen zijn nu Pachamama en de komende generaties die, hoe dan ook, ter plaatse met haar zullen willen blijven verder leven.

6. ZATERDAG. De regentijd is voorbij; aardappeloogst dus op het veld van CEPA in CHuzekery. Pachamama is mild geweest. Intussen zijn daar nu ook kralen gebouwd en lopen er lama´s en schapen rond.

President Evo Morales heeft, met een toespraak in de UNO, verkregen dat de Dag van de Aarde uitgeroepen wordt tot de Internationale Dag van Moeder Aarde, met al wat dit inhoudt aan dinamiek in visies, simboliek en ritueel handelen. Dit zou wel eens het begin kunnen zijn van een nieuwe periode van confrontatie en/of dialoog met de inheemse naties, een "tinku" (ontmoeting/ritueel gevecht/grenzen verleggen), waar de "originarios" zelf noch de staat, onderwijs noch kerken, op voorbereid zijn. Aan creativiteit zal het wel niet ontbreken, en ja, het zal altijd wel ergens iemand pijn doen.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Monday, April 27, 2009

Zuid en Noord.

Amigos,

Juan Carlos Montoya trekt voor een drietal weken rond in Vlaanderen. Hij is Aymara van Corque en agronoom; werd departamentale verantwoordelijke voor milieuzorg in Oruro en is stichter van de afdeling rurale ontwikkeling aan de landbouwfaculteit van de plaatselijke universiteit. Als losse medewerker van CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren), heeft hij het op zich genomen om ginds mensen en groepen te informeren over de sociale en milieu-problematiek in de relaties tussen multinationale vervuilende mijnbedrijven en de bedreigde Andesgemeenschappen van rurale dorpen en randgebieden van de stad.

1. Het bezoek van Juan Carlos is de voortzetting van een ganse reeks mensen van Indiaanse en/of arbeidersafkomst die vanuit Oruro getuigenis gingen afleggen in Europa over het leven, het wel en wee en de dromen van hun volk. Ze bleven allen actief in het ontwikkelingswerk (Félix, Carol, Digna, Ely, Orlando - overleden -, Mirka, Ruth); ze doen verder aan antropologisch onderzoek (Ricardo) of zetten zich in vanuit een openbare functie als senator (Isabel), prefect (Luis Alberto) of viceminister (Isaac). Dergelijke ervaringen kunnen soms lang nawerken. Een paar dagen geleden ontmoette ik Félix Cárdenas op straat. We hadden het over het nieuwe viceministerie voor dekolonisering. Ah, zei hij tussendoor, toen ik in 1993 rondtoerde in Vlaanderen op uitnodiging van Broederlijk Delen, kon ik er aan een meeting deelnemen met als tema "Stop racisme". Volgende maand gaan we in Cochabamba een gelijkaardige nationale bijeenkomst opzetten rond dezelfde slogan.

2. Eind dit jaar gaat wellicht Francisca, die in de bibliotheek van CEPA werkt, met haar kindje voor enkele weken naar Duitsland. Zij is Chipaya en de eerste vrouw van die kleine etnische groep, die universitaire studies doet, antropologie nog wel. Samen met taalkundigen van Berlijn heeft ze zich aan de studies gezet van de eigen taal van haar volksgroep en is nu uitgenodigd om daar de laatste puntje op de i's van een doctoraatsonderzoek te gaan zetten. Het geduldig bijeensprokkelen van gegevens over de geschiedenis en de cultuur van deze kleine minderheidsgroep zal misschien wel de meest tastbare en duurzame bijdrage blijken van CEPA voor de Andesvolkeren, ook als is dit niet eens in de "planning" van het Centrum opgenomen.

3. Het internationale ontwikkelingswerk lijkt wel aan "onthaasting" en "ontplanning" toe. Wellicht mede als gevolg van de kritiek op de ontwikkelingssamenwerking, kwam alle nadruk te liggen op planning en op het bewijzen dat de vooropgestelde resultaten effectief werden bereikt, liefst op zo kort mogelijke termijn. Daartegen zijn nu de eerste kritische geluiden te horen. "Planning leidt tot recepten, tot technocratisering, tot aanbodsturing, tot het negeren van de lokale context. Het omgekeerde van planning is de vrijheid om zonder recepten met vallen en opstaan te mogen ´zoeken´. Daarbij mag nog wel een beetje gepland worden, maar dan vraaggstuurd, waarbij planning geen doel maar een middel is." (W. Easterly). Het komt er dus blijkbaar niet zozeer op aan de planning te veranderen, dan wel permanente verandering te plannen.

4. De dynamiek van de sociale processen in Bolivia dwingt ons alvast tot creativiteit en soepelheid. Een voorbeeld. Al jaren begeleiden wij, als organisatie ter verdediging van milieu en culturen, de rurale gemeenschappen van het bekken van de Desaguadero-rivier in hun strijd tegen de vervuiling door de goudontginning. Maar ineens wordt alles anders. Het is gedaan, we stoppen ermee, zegt Inti Raymi, in september worden de mijnen (Kori Kollo en Kori Chaca) gesloten. En dus vraagt de organisatie van de bedreigde gemeenschappen (CORIDUP) ons nu mee te ijveren opdat de multinationale goudreus en eigenaar Newmont niet zou ontsnappen, zonder zijn sociale en milieu-rekeningen te vereffenen. Maar zou het wel waar zijn, dat het gedaan is? Zal de mijnexplotatie niet gewoon naar een ander bedrijf doorgeschoven worden, zodat alles opnieuw kan beginnen? Of gaat het om een doordachte strategie, met de bedoeling de bevolking ertoe te bewegen te smeken om toch maar verder te doen, met het oog op werkgelegenheid en op lokale inkomsten, hoe klein die ook zijn in vergelijking met de opgestreken winst? Zal men uiteindelijk dan toch niet zogezegd toegeven om verder te doen en uit te breiden? Maar dan wel onder voorwaarden, bevoorbeeld dat de milieu-organisaties monddood en vleugellam worden gemaakt. Pas tijdens het veranderingsproces zelf zal blijken wat ons te doen staat.

Waar moet wij, bij dit alles, het meest beducht voor zijn?
Voor gebrek aan soepelheid en creativiteit.
Het zou erg zijn moesten wij ooit tot de conclusie komen dat we dezelfde antwoorden zijn blijven geven, terwijl in feite de vragen al lang veranderd waren.
De reis van Juan Carlos is alvast een gelegenheid om onze internationale relaties en technisch vaardigheden in samenwerking met Vlaamse universiteiten en organisaties aan te scherpen.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Monday, April 13, 2009

Paasvrijdag

Dag allemaal,

De Goede Week beheerst nog steeds het openbare leven in Bolivia. Goede Vrijdag is verlofdag, maar reeds op Witte Donderdag mag men voortijdig het werk verlaten om aan religieuze diensten en volksgebruiken te kunnen deelnemen. Pasen is al minder belangrijk en op Paasmaandag verneemt het leven meteen zijn gewone gang.

1. Gezien de nieuwe grondwet de scheiding tussen kerk en staat heeft afgekondingd, hebben de media vooral aandacht voor de manier waarop regeringsleiders en staatsinstelleningen al dan niet aan de kerkdiensten deelnemen. Dit jaar werd de het lijk van de terechtgestelde Christus in de processies niet begeleid door gewapende militairen. En president Evo Morales? Die is voor het ogenblik in hongerstaking om het parlement ertoe te bewegen de verkiezingswet af te kondigen die algemene verkiezingen in december moet mogelijk maken.

2. Waarom is voor mensen en gemeenschappen in de Andes Goede Vrijdag blijkbaar zoveel belangrijker dan het Paasfeest?
De meest voor de hand liggende verklaring is dat het katholicisme nu eenmaal is ingeplant vanuit Spanje. Het is voldoende de huidige Spaanse processies te zien om te beseffen in welke culturele gietvorm het christendom hier werd binnengebracht. Dit had meteen als gevolg dat er een enorme hoeveelheid beelden en schilderijen werden gemaakt van de gekruisigde Christus, maar heel weinig van de verrijzenis en de verrezene. Heiligdommen en afbeeldingen - het traditionle catechetisch materiaal bij uitstek - zijn vooral gewijd aan het kruis, Maria en de heiligen, met Santiago (de heilige Jacobus), patroon van Spanje, op kop. Hoe kan de Paasboodschap dan doorklinken?

3. Maar er is meer. In de wereldvisie op leven en dood van de Andesvolkeren, is de verrijzenis van de Gekruisigde eigenlijk een niet zo uitzonderlijk gebeuren. Alle doden worden geacht op een andere plaats, in het westen, verder te leven en van daar uit af en toe bij de levenden op bezoek te komen. 's Middags op Allerheiligen komen de overledenen op bezoek bij hun familie. De ganse nacht wordt samen met hen doorgebracht. Er wordt gewaakt, gegeten en gedronken. 's Middags op Allerzielen wordt dan van hen afscheid genomen en gaan ze terug "naar huis", in hun eigen wereld. En zo hoort het, want als doden is onze wereld blijven rondhangen is dat een slecht teken. Dit betekent dat ze door God niet aanvaard werden, en noodgedwongen hier blijven rondhangen en last berokkenen. Dat Jesus zijn moeder en zijn vrienden efkens een bezoek komt brengen, hoeft voor Andesmensen eigenlijk niet zo benadrukt te worden; het ligt in de lijn van de verwachtingen.

4. Maar Jesus is niet zomaar om het even welke dode. Hij is een slacht-offer, - letterlijk dan, - : het gaat om de gewelddadige dood van een onschuldige. Dat zoiets hier een speciale betekenis krijgt, is in gelijkaardige situaties overduidelijk. Enkele jaren gelden werd een eenvoudig dienstmeisje door haar patroon met messteken om het leven gebracht. Inocencia was haar naam. Niemand heeft haar gekend, Maar nu staat temidden het armenkerkhof een graftombe voor haar en worden nog elke dag in de parochies missen voor haar aangevraagd. Zij wordt geacht gunsten te verlenen aan wie haar indachtig is; haar levenoffer kan niet tevergeefs, niet vruchteloos geweest zijn. De herdenking van de tot stervens toe gemartelde Jesus, ligt blijkbaar is dezelfde lijn.

5. Wie is dan die gekruisigde voor de Andesgemeenschappen? Een ander feitje kan dat illustreren. Een groep Quechuas verlaat de kerk, nadat ze devoot de mis hebben bijgewoond, samen met het grote kruis dat ze hebben meegebracht. Aan de deur van de kerk ontdoen zij het kruis van de witte doek waarmee het bekleed is, doen het een poncho aan en zetten het een chulu (Andesmuts) op. Toen ik hen vraag waarom ze dit doen, krijg ik een kort en duidelijk antwoord: "Hij is iemand van ons". En weg zijn zij, in hun traditionele klederdracht, met hun dans en muziek, om elders hun rituelen verder te zetten. Conclusie: de identificatie van de gekruisigde Christus met de arme Indiaanse boerenbevolking is geen uitvinding van de bevrijdingteologie; het is een doorleefde werkelijkheid. Voor hen is de doodgemartelde iemand die leven brengt, vruchtbaarheid geeft. Pasen zit dus, voor Andesmensen, eigenlijk reeds vervat in Goede Vrijdag, Het is er de duiding, de zingeving van. Paasvrijdag dus. Het leven slijten, wagen, geven voor anderen, dat heeft Jesus voorgeleefd.

6. Of is dit te ver gezocht? Een laatste voorbeeldje ter verduidelijking en aanvulling. Een oude Chipaya-indiaan, Don Santiago, vertelt mij de religieuze gescheidenis van zijn volk. Onze verre voorouders, zegt hij, brachten mensenoffers. Zij dachten dat God en Pachamama (Moeder Aarde), dit van hen vroeg om zo het leven te kunnen voortzetten. Later ontdekten zij dat zij dit bloedvergieting ook konden vervangen door het bloed van dieren en ze brachten dierenoffers: lamas, schapen, varkens,... Daarna leerden we dat we ons ook met wierook tot God kunnen richten om vergiffenis te vragen, te danken of te vragen. Dat gebeurt dit ook nu allemaal, op een of andere manier, maar ik ben tot de conclusie gekomen, zegt hij, dat het eigenlijk niet nodig is, dat we ons ook zomaar tot God kunnen richten, rechtstreeks. Dat God niks voor zichzelf vraagt om met ons te zijn. Bij andere gelegenheden beweert Santiago dat waar het wel op aan komt is te geven, te delen met mekaar; dat is wat God van ons verwacht.

De kloof tussen wat de kerk voorhoudt en wat de mensen eigenlijk beleven is moeilijk te dichten.

Deze namiddag ga ik naar de duinen van Oruro, niet om op hagedissen te jagen, zoals van oudsher gebruikelijk is, maar om te zien hoe nu kunstenaars van Oruro en elders, daar in het zand het lijdensverhaal boetseren. Op enkele jaren tijd is dit - zoals het Carnaval van de Maagd van de Mijnschacht - een nieuw massaal trekpleister geworden rond een religieuze traditie.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Friday, February 20, 2009

Goudkoorts.

Dag allen,

Bij onze aankomst op de plaza van La Joya wacht ons een beangstigend schouwspel. Twee groepen dorpelingen staan tegenover elkaar, roepend en scheldend. Onder de "contratistas" worden dinamietstaven uitgedeeld en af en toe weerklinkt een salvo. Een vader verloochent publiekelijk zijn dochter. Broer staat tegenover zus. Jongeren beschimpen hun oom of tante. Goudkoorts blijkt een gevaarlijke ziekte. Wat is er aan de hand?

1. Onderweg hadden we een politiewagen gekruist met een gebroken voorruit, maar het was niet tot ons doorgedrongen dat die eigenlijk op de vlucht waren. Wij (met Johnny, Clemente en Limbert van CEPA) waren uitgenodigd om de start bij te wonen van een origineel initiatief: een gemeenschapsbedrijf ("empresa comunitaria") van een gans dorp dat gezamenlijk zijn goudberg wil ontginnen. Bij onze aankomst vertellen de voorstanders van het initiatief dat de "contratistas", die reeds voor eigen rekening aan het werk zijn in de berg, zich daartegen verzetten en dat ze, om de start van het bedrijf te verhinderen, hun dirigenten hebben opgepakt. Ik trek mijn stoute schoenen aan en vraag aan die andere groep de toelating om de gegijzelden te bezoeken. Eenmaal bij René en Rolando, wijk ik niet meer van hun zijde.

2. La Joya is een dorp, gelegen aan de voet van een gelijknamige goudberg, waar reeds ten tijde van Inca's, naar goud en zilver gedolven werd. In de jaren 70 verwerft Inti Raymi, een Amerikaans mijnbedrijf, nu eigendom van Newmont, de grootste goudproducent ter wereld, de ontginningsrechten van de ganse berg. Ze geven er echter de voorkeur aan eerst een rijkere goudheuvel, Kori Kollo, op enkele kilometer daarvandaan te ontginnen. Intussen is die heuvel omgetoverd tot een 250 m diepe kloof vol vervuild water en werd het met cyanide uitgeloogde goud en zilver ter waarde van meer dan 2.000.000.000 dollar naar het Noorden overgevlogen. Nu is men ook nog andere nabijgelegen heuvels aan het afknagen.

3. De inwoners van het dorp La Joya daarentegen,weigeren toelating te geven om op deze manier stukken uit hun berg weg te vreten. Ze willen alleen ontginning via mijnschachten, zoals in de Cerro Rico van Potosí. Inti Raymi besluit dan maar het hen zelf te laten doen, op eigen risico. 33 groepen, met in totaal 171 "contratistas", mogen aan het werk onder voorwaarde dat zij hun ongewassen erts aan Inti Raymi verkopen, elk 60 ton (drie vrachtwagens) per maand. De koper zelf bepaalt het gewicht en het goudgehalte. Het gaat om roofbouw, zonder enige planning en in erbarmelijke werkomstandigheden. En de verschillen zijn groot. Hier naast mij liggen wat ontvangstbewijzen: de ene kreeg 2000 Bs (285 dollar) per camion en een ander 48.000 (6.855 dollar), naargelang het gehalte. Sommigen, die een goede ader troffen, kunnen het zich veroorloven anderen (campesinos uit het Norte de Potosí) voor zich te laten werken.

4. Bij de Landbouwhervorming van 1953 was het territorium van La Joya, die vroeger aan haciënda's toebehoorde, verdeeld geworden onder 168 landarbeiders. De afstammelingen van die 168 "sayañeros" beschouwen zich nu allemaal eigenaars van die goudberg en eisen ook hun aandeel. Inti Raymi verkiest danmaar de overeenkomst met de "contratistas" te beeindigen en de explotatierechten af te staan aan een gemeenschapsbedrijf met die 168 - intussen uitgebreide - families als eigenaars. Zo werd de basis gelegd van het conflict dat vorige maandag uitbrak en waarvan we getuige waren. Inti Raymi heeft in het dorp (al dan niet opzettelijk) een tweedracht gezaaid die nog moeilijk te overbruggen zal zijn. De "contratistas" willen individueel blijven verder werken, op goed geluk af. De anderen willen een gemeenschapsbedrijf, met drie arbeiders per "sayaña" (504 in totaal), een gezamenlijke productie en een solidaire verdeling van de winst. Het geproduceerde goudzand blijft hoe dan ook - zonder sociale of milieuverplichtingen - in handen van Inti Raymi komen. Sinds het gemeenschapsbedrijf echter de mogelijkheid oppert zelf voor de verwerking in te staan, verkiest Inti Raymi de "contratistas" te steunen.

5 Terwijl deze situatie me stilaan duidelijk wordt, dank zij het gebekvecht van de gegijzelden met een groep van (vooral) vrouwen die hen bewaken, doen we al het mogelijke opdat een commissie van autoriteiten ter plaatse de zaak zou komen beslechten. Tevergeefs. In de stad zijn intussen hoogst alarmerende berichten doorgekomen - de nieuwe persoonlijke comunicatiemiddelen zorgen voor verrassende situaties bij conflicten - en niemand waagt het naar La Joya te komen. Dus, dan maar zelf een oplossing zoeken.

6. We komen tot een akkoord dat 's anderendaags een afvaardiging van 15 mensen van beide groepen in de prefectuur van Oruro zal samenkomen om te overleggen met leden van de regering. Maar wat met de gegijzelden? Hun tegenstrevers vrezen dat ze, als ze die vrijlaten, niet zullen komen opdagen voor de dialoog. Ik stel voor hen naar mijn huis mee te nemen en stel me garant dat ze op de vergadering aanwezig zullen zijn. En zo gebeurt het. Na zeven uur overleg, vertrekken René en Rolando opgelucht met ons naar Oruro.

7. Dinsdag komen beide groepen massaal opdagen in Oruro en heeft in de prefectuur een lange vergadering plaats. Ik ben blij te horen dat men bereid is een reglementering op te stellen die moet toelaten dat beide groepen fusioneren in één enkel bedrijf. Maar ik vrees dat het een lang en moeilijk proces zal worden.
's Anderendaags (gisteren) komen de dirigenten van het gemeenschapsbedrijf naar CEPA met de vraag hen bij te staan bij het milieubeheer en bij de organisatie van het bedrijf op basis van de principes van de Andesvolkeren. In de nieuwe Boliviaanse grondwet is weliswaar het bestaan van "empresas comunitarias" voorzien (naast openbare en private ondernemingen en cooperaties) (art. 306,307,311), maar wat dit precies inhoudt is verre van duidelijk. Een dergelijk innoverend initiatief ondersteunen, en dan nog te midden van een conflictsituatie, gaat eigenlijk onze mogelijkheden te boven....

... Dit alles als getuigenis van de enorme dynamiek die de Boliviaanse samenleving beroert. En van de verduivelde handigheid waarmee multinationale ondernemingen telkens weer hun belangen uit de brand weten te redden...

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Monday, February 9, 2009

"Otra Bolivia es posible"



De goedkeuring van de nieuwe grondwet door de Boliviaanse bevolking via een referendum, heeft de poort geopend voor een nieuw Bolivia. Dat een ander Bolivia mogelijk is, is niet langer alleen maar een wensdroom.

1. Als alle stemmen geteld waren, bleek dat op nationaal vlak 61,5% (en niet 58 %) van de bevolking JA stemde. Er waren dus 23 % meer JA- dan NEE-stemmers. En in elk van de negen departementen afzonderlijk behaalden de JA's minstens een derde van de stemmen, in vijf stemde meer dan helft voor de goedkeuring van de wet, in Oruro 73,5 %, in la Paz 78 % en in Potosí 80 %. We zijn reeds wat gewoon geraakt aan hoge cijfers. Ter vergelijking: in de 35 jaar die ik in Bolivia verblijf, werd geen enkele president, vóór Evo Morales, gekozen met meer dan een gemiddelde dan een derde van de stemmen op nationaal vlak.
Gisteren werd de nieuwe grondwet door de president plechtig afgekondigd in El Alto (waar 84 % JA stemde).

2. Amper vijf procent van de nieuwe grondwet is onmiddellijk van toepassing, vooral dan het eerste gedeelte dat over de fundamentele rechten van alle Bolivianen gaat. In de loop dat de volgende maanden zullen honderden wetten moeten aangepast of opgesteld worden, in overeenstemming met de nieuwe grondwet. Meest dringend is een nieuwe verkiezingswetgeving, want voor december 2009 zijn nationele verkiezingen voorzien. Grote sprongen voorwaarts in de nieuwe grondwet zijn: de afkondiging van een brede gamma van basisrechten; een betere spreiding van de participatie aan de staatshuishouding onder alle sociale en culturele groepen; een betere controle over de natuurlijke rijkdommmen; decentralisatie van de machtsuitoefening; godsdienstvrijheid op basis van gelijkheid.

3. Deze morgen heeft president Evo Morales, als eerste maatregel, een herschikking van zijn kabinet bekendgemaakt. Als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) hebben we alle reden om tevreden te zijn. Er werd immers niet alleen een nieuw Ministerie voor Milieu en Water opgericht, maar ook een Ministerie voor Culturen. Tot gisteren waren dit slechts viceministeries. Bovendien krijgt het Ministerie voor Culturen een Viceministerie voor Dekolonisering, en dit op basis van een voorstel dat in Oruro werd uitgewerkt.

4. Deze namiddag was Evo Morales in Toledo. Hij kwam er het project voor de asfastering van de weg van Toledo naar Corque (52 km) op gang zetten. Dit betekent dat alleen nog het laatste stuk van Huachacalla naar Pisiga moet afgewerkt worden, opdat een baan tot aan de Chileense grens, de toegangsweg zou worden tot een "droge haven" van Bolivia in Oruro. Ik heb nog maar zelden zoveel groene en rode poncho's bij mekaar gezien als vandaag, om dit te vieren.
Morgen overhandigt de president aan alle grote dorpen van Oruro (35), een ziekenwagen.
Reden genoeg dus om overmorgen, 10 februari, het departementale feest te vieren, ter gedachtenis aan wat beschouwd wordt als de Eerste Bevrijdingskreet op het continent, in 1871, hier in Oruro. Wel heeft men dan nog meer dan een halve eeuw moeten wachten op de Onafhankelijkheidsverklaring.

5. Aan deze historische gebeurtenissen hebben we vorige zaterdag de tweede uitzending van ons nieuw programma op Radio Pio XII gewijd: "Contexto... con texto". Het is al enige tijd dat we als groep "Amerindia" een paar keren per maand samenkomen met een tiental mensen (waaronder Geert Van Den Berge), om de evoluties in samenleving en kerk te ontleden en te beoordelen. En uiteindelijk hebben we de beslissing genomen om dit ook wekelijks voor de microfoons te doen. We willen immers niet alleen maar vaststellen dat een ander Bolivia (met een andere kerk) inderdaad mogelijk is, maar er ook zoveel mogelijk toe bijdragen.

Vanuit een - tot vreugde van alle landbouwers - regenachtig Oruro,

Gilberto Pauwels

Monday, January 26, 2009

Bolivia beslist.

Amigos,

Het is rustig op straat. Niet alleen voor ons huis, waar eergisteren asfalt werd aangebracht, maar in gans het land. Er mogen immers vandaag alleen voertuigen circuleren die een speciale toelating hebben voor dienstverlening. Vandaag wordt immers eindelijk het referendum gehouden over het al dan niet aanvaarden van de nieuwe grondwet. De auto van CEPA toert rond met journalisten van Radio Pio XII en van het nationale net ERBOL.

1. Eigenlijk is iedereen er al van overtuigd dat de grondwet met een onbetwistbare gewone meerderheid zal goedgekeurd geworden. De vraag is eerder met hoeveel procent, en dat is belangrijk, niet alleen voor gans het land, maar ook in elk van de departementen.

De regering hoopt een tweederden meerderheid te behalen. Dat zou er haar kunnen toe aanzetten zonder verpinken meteen verregaande maatregelen te nemen, zonder de verkiezingen, die voor december 2009 voorzien zijn, af te wachten. Ongetwijfeld zal immers in dat geval de verleiding groot zijn, om de brede volkssteun meteen te verzilveren.

De oppositie zegt reeds op voorhand dat men eigenlijk pas echt van een eventuele goedkeuring kan spreken als in elk van de negen departamenten de helft van de kiezers voor SI zal stemmen. Waar dit eventueel niet het geval zou zijn, is verzet te verwachten.

2. Aan die beslissende dag is een lang proces voorafgegaan, gekenmerkt door een permanente spanning van de regering van Evo Morales met vooral de pers, de kerkleiding en de ambassade van de USA. Maar de regering liet zich niet onbetuigd. Sinds vorige week beschikt zij, naast een eigen TV-kanaal en een netwerk van gemeenschapsradio's, nu ook over een eigen regeringskrant: "Cambio" ("Verandering").

De bisschoppenconferentie benadrukte op het laatst dat ze alleen maar aanstuurt op een bewuste deelname van de bevolking aan het referendum, maar dit kan de perceptie niet wegwerken dat heel wat bisschoppen aan NO-stemmen de voorkeur geven. Ze zijn er wel mee eens dat katholicisme kerk niet langer als officiële godsdienst zou gelden, maar vrezen een voorkeursbehandeling voor de religieuze visies en rituelen van de inheemse volkeren. En uiteraard zijn er de algemene tema's van de universele kerk in verband met sexualiteit, abortus en godsdienstonderwijs. De katholieke kerk distancieerde zich wel uitdrukkelijk van de propaganda, zelfs op TV, die voorhield dat wie voor God kiest, NO moet stemmen.

Vanuit de basiskerk klonken ook wel - maar meestal zoveel mogelijk doodgezwegen - stemmen om het huidige veranderingsproces, waarvoor de nieuwe grondwet een belangrijk instrument is, bewust te blijven steunen. Belangrijke verworvenheden van de latijnsamerikaanse kerk staan op het spel: de voorkeursoptie voor de armen, de herwaardering van de inheemse culturen, de interreligieuze dialoog, de medewerking aan de opbouw van een rechtvaardiger, gelijkwaardiger en milieuvriendelijker samenleving.

3. Straks begint het tellen van te stemmen. Deze avond zullen globale resultaten bekend zijn en zullen in de wereldpers bekendgemaakt worden. Het is altijd wat frusterend dat het meestal daarbij blijft, terwijl in feite pas in de daaropvolgende dagen nog meer stemmen uit afgelegen rurale gebieden aangebracht worden. In dit concrete geval betekent dit dat het percentage aan JA-stemmen dat deze avond zal bekendgemaakt worden, daarna met nog meerdere punten kan stijgen. Maar daar heeft de internationel pers dan meestal maar weinig interesse voor.

4. Intussen is het werk in CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren), na een collectieve vakantie, opnieuw opgestart. De evalutie is achter de rug. Met een dertigtal mensen - vaste medewerkers en vrijwilligers - werden vorige week de grote lijnen voor het werk in 2009 uitgetekend. Volgende week worden die in concrete strategieën en acties gegoten. De verwachtingen waaraan CEPA in het veertiende jaar van zijn bestaan een antwoord zal moeten geven, zijn nog groter dan de vorige jaren. Maar pas na het culturele bad van de Carnavalsviering, in februari, komt Oruro ten volle op gang.

Gilberto Pauwels

Oruro Bolivia