Friday, February 20, 2009

Goudkoorts.

Dag allen,

Bij onze aankomst op de plaza van La Joya wacht ons een beangstigend schouwspel. Twee groepen dorpelingen staan tegenover elkaar, roepend en scheldend. Onder de "contratistas" worden dinamietstaven uitgedeeld en af en toe weerklinkt een salvo. Een vader verloochent publiekelijk zijn dochter. Broer staat tegenover zus. Jongeren beschimpen hun oom of tante. Goudkoorts blijkt een gevaarlijke ziekte. Wat is er aan de hand?

1. Onderweg hadden we een politiewagen gekruist met een gebroken voorruit, maar het was niet tot ons doorgedrongen dat die eigenlijk op de vlucht waren. Wij (met Johnny, Clemente en Limbert van CEPA) waren uitgenodigd om de start bij te wonen van een origineel initiatief: een gemeenschapsbedrijf ("empresa comunitaria") van een gans dorp dat gezamenlijk zijn goudberg wil ontginnen. Bij onze aankomst vertellen de voorstanders van het initiatief dat de "contratistas", die reeds voor eigen rekening aan het werk zijn in de berg, zich daartegen verzetten en dat ze, om de start van het bedrijf te verhinderen, hun dirigenten hebben opgepakt. Ik trek mijn stoute schoenen aan en vraag aan die andere groep de toelating om de gegijzelden te bezoeken. Eenmaal bij René en Rolando, wijk ik niet meer van hun zijde.

2. La Joya is een dorp, gelegen aan de voet van een gelijknamige goudberg, waar reeds ten tijde van Inca's, naar goud en zilver gedolven werd. In de jaren 70 verwerft Inti Raymi, een Amerikaans mijnbedrijf, nu eigendom van Newmont, de grootste goudproducent ter wereld, de ontginningsrechten van de ganse berg. Ze geven er echter de voorkeur aan eerst een rijkere goudheuvel, Kori Kollo, op enkele kilometer daarvandaan te ontginnen. Intussen is die heuvel omgetoverd tot een 250 m diepe kloof vol vervuild water en werd het met cyanide uitgeloogde goud en zilver ter waarde van meer dan 2.000.000.000 dollar naar het Noorden overgevlogen. Nu is men ook nog andere nabijgelegen heuvels aan het afknagen.

3. De inwoners van het dorp La Joya daarentegen,weigeren toelating te geven om op deze manier stukken uit hun berg weg te vreten. Ze willen alleen ontginning via mijnschachten, zoals in de Cerro Rico van Potosí. Inti Raymi besluit dan maar het hen zelf te laten doen, op eigen risico. 33 groepen, met in totaal 171 "contratistas", mogen aan het werk onder voorwaarde dat zij hun ongewassen erts aan Inti Raymi verkopen, elk 60 ton (drie vrachtwagens) per maand. De koper zelf bepaalt het gewicht en het goudgehalte. Het gaat om roofbouw, zonder enige planning en in erbarmelijke werkomstandigheden. En de verschillen zijn groot. Hier naast mij liggen wat ontvangstbewijzen: de ene kreeg 2000 Bs (285 dollar) per camion en een ander 48.000 (6.855 dollar), naargelang het gehalte. Sommigen, die een goede ader troffen, kunnen het zich veroorloven anderen (campesinos uit het Norte de Potosí) voor zich te laten werken.

4. Bij de Landbouwhervorming van 1953 was het territorium van La Joya, die vroeger aan haciënda's toebehoorde, verdeeld geworden onder 168 landarbeiders. De afstammelingen van die 168 "sayañeros" beschouwen zich nu allemaal eigenaars van die goudberg en eisen ook hun aandeel. Inti Raymi verkiest danmaar de overeenkomst met de "contratistas" te beeindigen en de explotatierechten af te staan aan een gemeenschapsbedrijf met die 168 - intussen uitgebreide - families als eigenaars. Zo werd de basis gelegd van het conflict dat vorige maandag uitbrak en waarvan we getuige waren. Inti Raymi heeft in het dorp (al dan niet opzettelijk) een tweedracht gezaaid die nog moeilijk te overbruggen zal zijn. De "contratistas" willen individueel blijven verder werken, op goed geluk af. De anderen willen een gemeenschapsbedrijf, met drie arbeiders per "sayaña" (504 in totaal), een gezamenlijke productie en een solidaire verdeling van de winst. Het geproduceerde goudzand blijft hoe dan ook - zonder sociale of milieuverplichtingen - in handen van Inti Raymi komen. Sinds het gemeenschapsbedrijf echter de mogelijkheid oppert zelf voor de verwerking in te staan, verkiest Inti Raymi de "contratistas" te steunen.

5 Terwijl deze situatie me stilaan duidelijk wordt, dank zij het gebekvecht van de gegijzelden met een groep van (vooral) vrouwen die hen bewaken, doen we al het mogelijke opdat een commissie van autoriteiten ter plaatse de zaak zou komen beslechten. Tevergeefs. In de stad zijn intussen hoogst alarmerende berichten doorgekomen - de nieuwe persoonlijke comunicatiemiddelen zorgen voor verrassende situaties bij conflicten - en niemand waagt het naar La Joya te komen. Dus, dan maar zelf een oplossing zoeken.

6. We komen tot een akkoord dat 's anderendaags een afvaardiging van 15 mensen van beide groepen in de prefectuur van Oruro zal samenkomen om te overleggen met leden van de regering. Maar wat met de gegijzelden? Hun tegenstrevers vrezen dat ze, als ze die vrijlaten, niet zullen komen opdagen voor de dialoog. Ik stel voor hen naar mijn huis mee te nemen en stel me garant dat ze op de vergadering aanwezig zullen zijn. En zo gebeurt het. Na zeven uur overleg, vertrekken René en Rolando opgelucht met ons naar Oruro.

7. Dinsdag komen beide groepen massaal opdagen in Oruro en heeft in de prefectuur een lange vergadering plaats. Ik ben blij te horen dat men bereid is een reglementering op te stellen die moet toelaten dat beide groepen fusioneren in één enkel bedrijf. Maar ik vrees dat het een lang en moeilijk proces zal worden.
's Anderendaags (gisteren) komen de dirigenten van het gemeenschapsbedrijf naar CEPA met de vraag hen bij te staan bij het milieubeheer en bij de organisatie van het bedrijf op basis van de principes van de Andesvolkeren. In de nieuwe Boliviaanse grondwet is weliswaar het bestaan van "empresas comunitarias" voorzien (naast openbare en private ondernemingen en cooperaties) (art. 306,307,311), maar wat dit precies inhoudt is verre van duidelijk. Een dergelijk innoverend initiatief ondersteunen, en dan nog te midden van een conflictsituatie, gaat eigenlijk onze mogelijkheden te boven....

... Dit alles als getuigenis van de enorme dynamiek die de Boliviaanse samenleving beroert. En van de verduivelde handigheid waarmee multinationale ondernemingen telkens weer hun belangen uit de brand weten te redden...

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia

Monday, February 9, 2009

"Otra Bolivia es posible"



De goedkeuring van de nieuwe grondwet door de Boliviaanse bevolking via een referendum, heeft de poort geopend voor een nieuw Bolivia. Dat een ander Bolivia mogelijk is, is niet langer alleen maar een wensdroom.

1. Als alle stemmen geteld waren, bleek dat op nationaal vlak 61,5% (en niet 58 %) van de bevolking JA stemde. Er waren dus 23 % meer JA- dan NEE-stemmers. En in elk van de negen departementen afzonderlijk behaalden de JA's minstens een derde van de stemmen, in vijf stemde meer dan helft voor de goedkeuring van de wet, in Oruro 73,5 %, in la Paz 78 % en in Potosí 80 %. We zijn reeds wat gewoon geraakt aan hoge cijfers. Ter vergelijking: in de 35 jaar die ik in Bolivia verblijf, werd geen enkele president, vóór Evo Morales, gekozen met meer dan een gemiddelde dan een derde van de stemmen op nationaal vlak.
Gisteren werd de nieuwe grondwet door de president plechtig afgekondigd in El Alto (waar 84 % JA stemde).

2. Amper vijf procent van de nieuwe grondwet is onmiddellijk van toepassing, vooral dan het eerste gedeelte dat over de fundamentele rechten van alle Bolivianen gaat. In de loop dat de volgende maanden zullen honderden wetten moeten aangepast of opgesteld worden, in overeenstemming met de nieuwe grondwet. Meest dringend is een nieuwe verkiezingswetgeving, want voor december 2009 zijn nationele verkiezingen voorzien. Grote sprongen voorwaarts in de nieuwe grondwet zijn: de afkondiging van een brede gamma van basisrechten; een betere spreiding van de participatie aan de staatshuishouding onder alle sociale en culturele groepen; een betere controle over de natuurlijke rijkdommmen; decentralisatie van de machtsuitoefening; godsdienstvrijheid op basis van gelijkheid.

3. Deze morgen heeft president Evo Morales, als eerste maatregel, een herschikking van zijn kabinet bekendgemaakt. Als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) hebben we alle reden om tevreden te zijn. Er werd immers niet alleen een nieuw Ministerie voor Milieu en Water opgericht, maar ook een Ministerie voor Culturen. Tot gisteren waren dit slechts viceministeries. Bovendien krijgt het Ministerie voor Culturen een Viceministerie voor Dekolonisering, en dit op basis van een voorstel dat in Oruro werd uitgewerkt.

4. Deze namiddag was Evo Morales in Toledo. Hij kwam er het project voor de asfastering van de weg van Toledo naar Corque (52 km) op gang zetten. Dit betekent dat alleen nog het laatste stuk van Huachacalla naar Pisiga moet afgewerkt worden, opdat een baan tot aan de Chileense grens, de toegangsweg zou worden tot een "droge haven" van Bolivia in Oruro. Ik heb nog maar zelden zoveel groene en rode poncho's bij mekaar gezien als vandaag, om dit te vieren.
Morgen overhandigt de president aan alle grote dorpen van Oruro (35), een ziekenwagen.
Reden genoeg dus om overmorgen, 10 februari, het departementale feest te vieren, ter gedachtenis aan wat beschouwd wordt als de Eerste Bevrijdingskreet op het continent, in 1871, hier in Oruro. Wel heeft men dan nog meer dan een halve eeuw moeten wachten op de Onafhankelijkheidsverklaring.

5. Aan deze historische gebeurtenissen hebben we vorige zaterdag de tweede uitzending van ons nieuw programma op Radio Pio XII gewijd: "Contexto... con texto". Het is al enige tijd dat we als groep "Amerindia" een paar keren per maand samenkomen met een tiental mensen (waaronder Geert Van Den Berge), om de evoluties in samenleving en kerk te ontleden en te beoordelen. En uiteindelijk hebben we de beslissing genomen om dit ook wekelijks voor de microfoons te doen. We willen immers niet alleen maar vaststellen dat een ander Bolivia (met een andere kerk) inderdaad mogelijk is, maar er ook zoveel mogelijk toe bijdragen.

Vanuit een - tot vreugde van alle landbouwers - regenachtig Oruro,

Gilberto Pauwels