Saturday, October 31, 2009

DECRETO SUPREMO 0335: Voor Moeder Aarde.

Amigos nuestros,

Er kwamen tranen van vreugde bij te pas, toen de goedkeuring van het decreet werd bekendgemaakt. Enkele honderden mensen hadden zich reeds opgesteld om van El Alto naar het centrum van La Paz af te dalen. Ze dachten dat men hen eens te meer bedrogen had. Ze waren van Oruro gekomen om hun eis kracht bij te zetten dat het gebied tussen de tinmijn van Huanuni en het Poopó-meer tot milieu-noodgebied zou uitgeroepen worden. Toen ze wilden vertrekken, kwam de minister van milieu, Pablo Ramos, dan toch in een taxi aangereden. Hij kwam vertellen dat, op uitdrukkelijk bevel met president Evo Morales, het voltallige kabinet zopas het decreet ondertekend had.

1. De vraag om het waterbekken van Huanuni tot ecologisch noodgebied uit te roepen is reeds een paar jaar oud. CORIDUP het coordinatie-orgaan van tachtig rurale gemeenschappen die zich door de vervuiling van de mijnbouw benadeeld weten, hield het proces aan de gang via een geduldige dialoog met de verantwoordelijken van de mijn en de regionale en nationale gezagsdragers. In mei beschreven we de grootscheepse inspectie door vertegenwoordigers van verscheidene viceministeries. Een paar weken geleden hadden we het nog over de ontgoocheling wegens het uitblijven van maatregelen en de aankondiging van acties. Een mars op La Paz heeft het beoogde resultaat opgeleverd. Waarom is het dan toch gelukt, vragen velen zich af.

2. De tegenstand kwam de mijnwerkersorganisaties die vrezen dat de afkondiging tot noodgebied tot het sluiten van mijnen zal leiden. Er waren ook (vice)ministers die tegen het decreet in verzet kwamen omdat ze vinden dat de saneringsonkosten van het gebied voor de staat veel te hoog zullen oplopen, vooral gezien dit geval als antecedent kan dienen voor gelijkaardige situaties elders in het land.

3. Maar de omstandigheden waren gunstig. Vorige week kwam de president van Ecuador op bezoek in Huanuni en hij maakte een opmerking over de toch wel verregaande vervuiling door de mijnontginning. En president Evo Morales werd onlangs op wereldvlak tot verdediging van Moeder Aarde uitgeroepen. Felix Laime, president van CORIDUP, speelde daar handig op in. Hij eiste dat de woorden in het buitenland in daden voor eigen volk zouden omgezet worden. De mars werd voorgesteld, niet als een protest tegen de regering, maar als een oproep om het aangekondigde veranderingsproces ook effectief door te voeren. Niet tegen Evo, maar vóór hem, tegen groepen en personen die zijn plannen dwarsbomen. En het lukte. Dat de verkiezingsstrijd intussen is losgebarsten, zal ook wel meegespeeld hebben. De oppositiepers gaf veel ruchtbaarheid aan de protestacties, in de overtuiging dat het op een sisser zou uitlopen en het imago van de president zou aantasten. En dat lukte niet.

4. Het decreet voorziet helemaal niet het sluiten van bedrijven en beperkt zich tot de vier gemeentes in het gebied tussen de mijn en de meren: Huanuni zelf, Machacamarca, El Choro (met Challacollo) en Poopó. De voorziene maarregelen zijn indrukwekkend: het verhinderen van verdere vervuiling door de bouw van dammen, door controle van vroegere mijnafval en waterbeheer; recuperatie van gronden met steun aan landbouw en veeteelt; drinkwater en afvalverwerking voor mijncentra en dorpen; milieu-opvoeding in bedrijven en educatieve centra; gezondheidszorg; onmiddellijke noodhulpverlening; sociale controle op de uitvoering, o.a. door CORIDUP. Zeven ministeries, de prefectuur, de vier gemeentebesturen en het staatsbedrijf COMIBOL zijn bij de uitvoering betrokken. Het betreft een tienjarenplan.

5. De mensen van CORIDUP zijn dolgelukkig en zijn CEPA heel dankbaar, want de brieven, petities, documenten, inspecties, tientallen vergaderingen in Oruro en La Paz, conscientisatie in de dorpen, analyses van gronden en waters, persberichten, artikels, mobilisaties,... waren alleen mogelijk mede dank zij het ononderbroken werk van Limbert, Clemente, Jaime, Jhonny, Norma, Alicia, Eveline,... van CEPA. Wijzelf denken vooral aan die meestal al wat oudere mensen die opstapten naar La Paz, om hun enig bestaansmiddel te redden: de grond en de waters van hun voorouders, Moeder Aarde. En aan de organisaties, groepen en families in het Noorden die CEPA hebben mogelijk gemaakt.

6. Onwillekeurig moet ik denken aan het bijbelse verhaal van de broodvermenigvuldiging. Enkele mensen uit het volk van het Noorden hebben iets aangeboden: zoiets als wat brood en een paar vissen, laat ons zeggen. Daarmee heeft CORIDUP, een volksorganisatie uit het Zuiden een grootscheepse actie voor sociale en milieu-gerechtigheid op gang gebracht voor een ganse streek.

Maar de verantwoordelijkheid waar we nu voor staan is ontzettend groot: zorgen dat dit decreet, een dertig bladzijden tellend document dat we mee hebben opgesteld, geen dode letter blijft. Dat zal eens te meer veel geduld vragen, doorzettingsvermogen, drukkingsmiddelen, desnoods mobilisaties. Maar als we daarmee kunnen bekomen dat de nationale, regionale en lokale besturen aan de noden van een arme en verontrechte bevolking tegemoet komen en hen een betere toekomst mogelijk maken, dan hebben we ons doel bereikt.

Gilberto Pauwels
Oruro - Bolivia

Sunday, October 11, 2009

Bolivia: werken aan verandering.

Dag allen,

De meest aangehaalde, maar vrij vage belofte van de regering van Evo Morales was en is nog steeds dat er verandering zal komen. Hoe staat het nu met dit veranderingsproces? In hoeverre is dit voelbaar in het leven van de gewone mensen en de gemeenschappen? Op welke manier zijn wij als CEPA (Centrum voor Ecologie en Andersvolkeren) daarbij betrokken?

1. De activiteiten van CEPA van de laatste dagen hadden vooral betrekking op het aanpassen van de bestaande wetgeving aan de nieuwe Grondwet die onlangs werd goedgekeurd. Zo waren we betrokken bij de organisatie van een tweedaagse om voorstellen te doen voor een nieuwe milieuwetgeving; twee dagen ook om de Código Minero aan te passen; gisteren werd het reglement van de wet op de bescherming van in het wild levende dieren en planten onder de loep genomen en vorige week was het reglement van een specifieke wet op de (her)bebossing van Oruro aan de beurt. Dit alles grijpt plaats in samenwerking met de lokale en nationale regering en parlementsleden (nu Asamblea del Estado Plurinacional genoemd). Wetten goedkeuren en effectief doen naleven, zijn natuurlijk twee verschillende zaken, maar dat aan dergelijke bijeenkomsten telkens 100 tot 160 mensen deelnemen is toch wel een uitzonderlijk fenomeen, dat wijst op het verlangen tot participatie aan het bestuur.

2. Nog meer vergaderingen en activiteiten hadden de mensen die direct bij de verdediging van het milieu betrokken zijn. Het programma voor een Blauwe October werd op een persconferentie voorgesteld. Een maand lang zal de bevolking met allerlei acties bewust gemaakt worden van de noodzaak onze rivieren en meren te respecteren en te beschermen. De omwonende gemeenschappen die zich organiseerden precies om hun watergebieden te verdedigen (CORIDUP) zijn echter ontgoocheld. Daadwerkelijke beslissingen vanwege de regering betreffende de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer (milieu-audit en verklaring tot emergentiezone) blijven uit. Vrijwel dagelijks gaan er werkvergaderingen door in de verschillende dorpen en trekt men van Pontius naar Pilatus in de ministeries in La Paz. Als het volgende week niet tot de beloofde maatregelen komt, zijn vanaf maandag 19 october drukkingsacties in het vooruitzicht gesteld.
De discours van Evo Morales in het buitenland ter verdediging van Moeder Aarde worden wel eens afgewogen tegen de feitelijke praktijken van zijn regering en het verschil tussen beiden is groot. In de conflicten tussen de extractieve industrie (mijnbouw, petroleum en straks lithium) voelen de Indiaanse gemeenschappen zich onvoldoende beschermd en in aanmerking genomen (respect voor kwetsbare gebieden, recht op inspraak, vergoeding voor geleden milieuschade en recht op deelname in de winst).

3. Wat socio-culturele en milieu-onderzoeken betreft en hun toepassingen, staat heel wat op stapel. Nu er studies rond verzilting en vervuiling door mijnwater (met arsenicum, lood, cadmium,..) afgerond zijn, staan we mee voor de opdracht aan bruikbare en betaaalbare drinkwaterfilters te werken.
Ook is dezer dagen een groep tecnici uit Oostenrijk aan het werk rond zonne-energie en het boren van waterputten.
Zes onderzoeksprojecten rond milieu en quinua-teelt zijn van start gegaan op initiatief van PIEB (Programa voor Strategisch Onderzoek in Bolivia), met de medewerking van CEPA. De grote vraag naar quinua vanuit Europa bracht niet alleen grote prijsstijgingen teweeg, zodat de consumptie voor de lokale bevolking onbetaalbaar wordt, maar heeft ook tot onaanvaardbare productiemethodes geleid, die gronden en natuur onherstelbare schade toebrengen.
Wat studies over racisme en interetnische relaties betreft, heeft PIEB op nationaal vlak zes projecten goedgekeurd, waaronder - tot onze grote verbazing - twee van CEPA. Dat zal ons in staat stellen onderzoek te verrichten naar socio-culturele relaties en etnische identificaties onder de Indiaanse bevolkingsgroepen, enerzijds bij de armsten (de Uru Muratos, vissers van het Uru Uru en Poopó-meer) en anderzijds ook bij de rijksten (de Aymaras van de grensdorpen met Chili). Vroeger was de (blanke) stadbevolking vooral bang voor de eisen van verarmde campesinos en mijnwerkers; nu voelt men zich evenzeer bedreigd door enkele economisch sterker wordende Andesgemeenschappen, die bevoorbeeld, als er onroerende goederen in centrum van de stad te koop worden aangeboden, deze naar zich toehalen. De Andesvolkeren veroveren de steden, schreven we vroeger reeds.
Het is ongetwijfeld een positieve evolutie dat er de jongste tijd steeds meer onderzoekswerk wordt verricht dat gericht is op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen en dat er bij het ontwikkelingswerk stilaan meer met sociologische en antropologische studies rekening wordt gehouden.

4. Intussen is het ook duidelijk geworden dat er geen sprake is van een kerkenvervolging in Bolivia. Er werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen de staat en de katholieke kerk wat onderwijs, gezondheidszorg en sociale werken betreft. Nu de verkiezingsstrijd is ingezet, proberen rechtse oppositiepartijen nog wel zich op te werpen als de verdedigers van kerk en geloof. De bisschoppenconferentie heeft het daarom zelfs nodig gevonden het misbruik van misvieringen en andere religieuze manifestaties voor politieke doeleinden, publiekelijk te veroordelen.
Toch is de spanning niet helemaal verdwenen. De kerkleiding blijft wantrouwig ten aanzien van de regeringspolitiek. Binnen de kerk zelf komt men bij "het lezen van de tekenen van de tijd" tot uiteenlopende conclusies en dat komt o.a. tot uiting bij het formuleren van prioriteiten en verwachtingen ten aanzien van de Permanente Missie die nu, op voorstel van de Bisschoppenconferentie van Aparecida (2007), overal op gang wordt getrokken. Het continentale netwerk AMERINDIA heeft er een boek over uitgegeven ("La Misión en Cuestión", Bogota, 2009) in de hoop een stimulans te geven aan het bewaren en vooral het actualizeren van het erfgoed van de Latijnsamerikaanse Conferenties van Medellín, Puebla, Santo Domingo en Aparecida. Als AMERINDIA-groep in Oruro trekken we aan dezelfde kar. De aanzet tot structurele en mentaliteitsveranderingen die dank zij de bevrijdingstheologie en de kerkelijke basisgemeenschappen tot stand kwam, mag niet verloren gaan.

Gilberto Pauwels
Oruro Bolivia